Mars

Denkend aan Waanland
zien we wrede marsmannen
gestaag door ontheiligd
klaagland gaan
rijen ondankbare
vileine populisten
als kille huiver
door ‘t beenmerg gaan
in het gewelddadige
zo diep gezonken

onze geblakerde aarde
heeft als oorlogsplaneet
meer in z’n mars dan Mars
het spijt ons zeer & te laat
geachte heer H. Marsman
dat wij ten diepste zonken
dat wij slechts in sloopzucht
hebben uitgeblonken
wars van enige zelfreflectie
in eigen waan verdronken

Kurk

Je trok naïef als je was
ooit eens, zomaar
op een onbewaakt moment
achteloos een kurk uit ‘n fles
zo werd je kurkentrekker van dienst
benoemd voor de rest van je leven
je belandde in de besteklade
daar lag je dan lepeltje lepeltje knus
tussen de vorken en messen te snurken
ieder moment konden ze je komen betasten
en wekken om verplicht te ontkurken
god wat zopen die gasten als gekken
je deed geen oog meer dicht
zij de lusten en jij de lasten
je trok het niet langer
en een kurkdroog gezicht
ze zochten maar ‘n vervanger

Dagen

Het begint te dagen
dagen zijn natuurlijk
heel geen traptreden
waar je stapsgewijs op
omhoog klimt of neerdaalt.

Welnee, dagen lijken meer
op het tijdloos verglijden in
een langgerekte liftschacht…

Na elke nacht
schuift de liftdeur open
om te kunnen passagieren
in de werelden van verschil
elke dag weer een verse etage
en dat dan net zo lang door tot we
aan de wolken kunnen krabben.

Welnee, dagen zijn gewoon
gammelgeestige metaforen
voor deze onzegbare vervoering
die dagelijks bestaan schenkt
aan alle mogelijke reisgenoten.

Wat blijft is het raadsel:
Waarom wolken zo’n jeuk hebben.

Yamana

Op Vuurland overleed afgelopen week
de allerlaatste spreker van zeldzame taal.
Een hele woordenschat doofde uit.
Niemand begreep haar laatste woorden,
niemand kon het Yamana vertalen.

Deze taal der doden
had geen verwantschap
met andere talen
Als laatste spreker sprokkelde ze
32.400 woorden bijeen tot een boek.
Het enige boek in deze dode taal.

Christina Calderon werd uitgeroepen
door Unesco tot
‘Levend Wereld Erfgoed’
Als laatste spreekster leefde ze
van zelfgebreide sokken.

Buitenlands

Opeens drong het besef zich naar binnen dat we waren omvat door grenzen, Buitenlandse grenzen. Het leek vrij en veilig binnen de grenzen, maar het angstige idee te worden ingesloten gaf een bedreigend gevoel. Begrenzing leek vrijheid te beknellen.
Om daar het fijne van te weten moest ik zelf de grens over. Ze kwamen niet vanzelf naar mij toe. Je moest ze kennelijk uitnodigen om de grens over te gaan?
Er waren vreemde verhalen over Buitenland…dat het daar zo anders was. Men zou daar over grenzen heen gaan. Het zouden grensoverschrijders zijn.
Trouwens, van wie waren de grenzen? Waren het nu onze grenzen of hun grenzen?
Wie had deze grens bepaald?
Ik besloot om naar Buitenland te gaan.
Aangekomen in de hoofdstad wemelde het van de buitenlanders. Ze zagen er inderdaad allemaal anders uit…net als thuis. Ze spraken perfect en moeilijk verstaanbaar Buitenlands, wat lastig was in het contact. Elke kennismaking verliep nogal stroef dankzij mijn zeer gebrekkige beheersing van de Buitenlandse taal.
Omdat ik nooit zoveel Buitenlanders bij elkaar had gezien ging ik mij heel alleen en anders voelen…ik had, eerlijk gezegd ook niet veel anders te doen.
Ik keek naar ze alsof het bezienswaardigheden waren, exotische vreemden… Of keek ik hier heel anders dan thuis…of had ik soms vreemde ogen?
Andersom leken ze mij helemaal niet op te merken. Niemand hier lette op mij. Om niet in de gaten gehouden te worden voelde eigenlijk wel heel bijzonder…alsof jou een bijzonder privilege ten deel was gevallen.
De echte bezienswaardigheden waren de befaamde platgelopen parken, roemruchte musea en de met geschiedenis beladen oude gebouwen…en uiteraard de restaurants waar louter buitenlandse gerechten op het menu stonden.
Ik sprak in mijn pover en onbeholpen Buitenlands een Buitenlander aan. Hij bleek uit de binnenlanden te komen en bleek niets te weten van grenzen…Waar had ik het over?
Hij constateerde dat ik niet van hier was, maar dat feit vond hij een te verwaarlozen bijkomstigheid. Ik vroeg hem of hij nooit een grenservaring had gehad.
Hij keek mij aan alsof ik van een andere planeet kwam en vervolgde hoofdschuddend zijn weg. Sinds ik weer thuis ben voel ik mij een Buitenlander in eigen land. Soms weet ik niet of ik heimwee heb naar dat legendarische Buitenland of dat ik vervreemd ben van mijn eigen begrenzingen? Ik ben mijzelf niet meer. Wellicht ben ik ieder ander en niemand tegelijk?

Spel

Verliezen is het ultieme winnen.

Alleen de beste verliezers komen
het laatst over de finish

door te spelen met de startblokken
de speelregels en het erepodium.

Verloren gaan
is een hoogste onderscheiding
die geen onderscheid meer maakt.

Arme winnaars,
eenzaam op hun top
hebben al hun speelsheid verloren.

Het is gelukkig nooit te laat
om voor de laatste plaats te spelen
omdat niets gelukkiger maakt

dan spel

Scheer

De scheerkwast heeft haaruitval,
het mes scheert losse varkensharen
van het wangenpaar.
Na de scheerbeurt staart
het gewassen varkentje
rozig in de spiegel,
nog net zonder krulstaart.

Buiten het badkamerraampje
striemen stormbezems
straten schraal.
Aards stof scheert zich weg.

Op het journaal verslaan
zongebruinde verslaggevers
ongeschoren oorlogen
als sportevenementen
voor verliezers.

Verlies blijkt onverslaanbaar.

Staving

In deze geestige rivier
die van aarde naar de maan stroomt
drijft de hamer van water

weeknat slaat zij nergens op
toch raakt zij aan alles
incasseert zachtmoedig
aan & tegenslagen

niet te meten
hoe groot of klein
deze voortvloeiende hamer is

geen maatstaf hier
voor meetbaarheden
geen aambeeld waarop
solide maatstaven
kunnen worden gesmeed

Men vraagt zich soms af:
wanneer zal hamer arriveren
op zonbeschenen maan

reist zij heen en weer?

hoe deze raarheid te verklaren?
waterhamer blijft tegen de stroom in
op haar plaats tussen maan en aarde

alleen niemand hanteert deze hamer
zonder er zelf mee te vervloeien
een subliem einde van de filosoof

Roet

In de roetzwarte mist
van geschiedenis
vonden zich ooit handen.

Ze pakten zichzelf op…
voelden belevingswerelden…
handelden blindelings…

In die nachtzwarte mist
onleesbaar stille gebaren

schreven vingerschrift
in elkaars handpalmen

later schreven handen
geschiedenissen eerst

in het zand, in het water,
kwam betekenis aan het licht

dit alles ver voor orale taal
fonetisch begon te kakelen

slechts windstille gebaren
spraken orakelverhalen

Flakker

Ze is eigenlijk een Calabrese prinses,
maar zit vermomd als modderhond onverstoorbaar in de tuin.
Ogen dicht, snuit omhooggeprikt tegen de stormwind in,
die haar vacht flakkert.
Als op de voorplecht van een schip snuift ze
vol vervoering alle naderende vleugen…
van nog onbekende wegen, vreemde vachten,
de meest ijle verloren sporen.
Haar snuit ligt ruiktechnisch golflengtes voor
op mijn eigen verstopte gok.
Als een radio die geurgolven ontvangt
zwaait haar staart bij de juiste golflengte.