Vijvermunt

Was het je diepste wens om kilo’s
muntjes argeloos achterover
je schouder in vijvers te gooien

of liever zich verlangeloos te laten
verrassen door al wat lukraak
in wiens schoot werd geworpen?

de wensvijvers stonden nu droog,
met wensmuntjes volgeplempt
men kon schijnbaar over water lopen

wie wist er nu precies dat gene, dat
ene te wensen wat wezenlijk nodig…
alleen niemand wenst het niet-weten

in het tere besef alles te willen wezen

Verklaarkunde

Hoe komt het?
Dat blijft telkens weer de vraag…
Het komt altijd door de oorzaak.
Zo simpel is het…ja toch?
Punt is alleen dat de oorzaak nooit alleen op visite komt.
Hij neemt altijd minimaal 1 medeplichtige mee die brutaal zijn benen op het salontafeltje legt.
En deze medeplichtige heeft weer een handlanger bij zich die onbeschoft veel taart eet en uitdeelt aan de omstandigheden die gelegenheid boden.
Er komt een kettingreactie van collaborateurs op gang die stuk voor stuk directe of indirecte verantwoordelijkheid opeisen alsof het om een aanslag van een bevrijdingsleger gaat.
Daar gaat je gezellige feestje om de verjaardag van de gevonden oorzaak te vieren.
De ongenode gasten maken er een puinhoop van, trekken slingers van de muur, vechten elkaar de tent uit om in het middelpunt van de aandacht te komen.
Er zit niks anders op dan ze beleefd je huis uit te gooien.
Daar zit je dan, oorzaakloos te zijn met hoe het nu eenmaal is zoals het is…onverklaarbaar.

Je verklaart plechtig om nooit meer de oorzaak te vieren.

Gelaten


Gezichten weerspiegelen gelaten
de vele levens die het bewuste
tot nu heeft beleefd
met geestesogen
die alle vergezichten zagen.

Onze voorzaten lieten ons
hun eenmalige gelaten,
stervend van het leven
achter als verlaten
landschappen.

Van rimpelloos pasgeboren
tot zorgelijk fronsen,
diep ingesleten denksporen,
lachgrage kraaiepootjes
getekend door weer en wind,
door lief en leed gelooid,
tussen verkreukelde oren.

Welke oorspronkelijke natuur
woont er achter gelaten,
onderhuids schuilend?

Ingesneeuwd

In de lakenlichte nacht
had het bloesems gesneeuwd
voor dag & nachtdromers als wij
een hemelse zegen

ze bleven maar vallen
die blaadjesregen
tot we zo diep
raakten ingesneeuwd
dat we moesten blijven
in onze igloholte

We konden, gelukkig
niet meer onderweg
niet meer terug naar
de stad van beschaving
de staat van verwarring
en handhaving

We bleven stil omgeven
door bloesemsneeuw…

Pas later hoorden
we dat we ons netjes
moesten doodschamen
voor onze gelukzaligheid
tijdens het vergaan
van de wereld

We hadden niets gedaan
om de bloemblaadjes te redden
van hun prachtig fatale val,
inderdaad
we hadden niets
ondernomen om
hun dood te voorkomen

We werden gelukkig wakker
want kon er door ons verdwijnen
niet telkens een hele verse wereld
opnieuw beginnen?

Begint niet al wat pril en vers is
na het scheppen van gelegenheid?
‘Kom, laten we ruimte maken,
maken dat we wegkomen!’

Grijs gebied

Discreet zwijgen is soms een gouden leugen.
Een dictator die erger geweld onbedoeld weet te voorkomen
is soms beter dan met geweld een democratie opleggen.
Is heulen met de vijand om beter verzet te plegen laakbaar?
Is een dief bestelen niet heel legitiem?
Is het niet eigenlijk een plicht om oplichters op te lichten?
Is de schrijver een aartsleugenaar of een fantastische fantast?

Het grijze gebied is onzeker, fascinerend door meerduidigheid.
Onzekerheid over hoe het echt zit is de perfecte hangmat
voor een geest die beiden standpunten accepteert.
Aan deze denkbeeldige punten kan de hangmat hangen.
Eenmaal in de hangmat schommelt het tussen waar en niet waar,
geen van beiden waar, allebei waar en ik weet het niet.
‘Ik weet het niet’ omvat het totaal van alle standpunten.

Emo-accessoires

Het huidige klimaat bestond vooral
uit verkoelende Bestaansschaamte
wat als een handzaam parasolletje
nog een beetje schaduwkoelte gaf

Door Vliegspijt als spiegelzonnebril
te dragen strafte men zich achteraf
voor elk heimelijk genoten snoepreisje
naar het einde van deze prachtige wereld

Gelukschuld leek op ‘n dik boetekleed
geweven van erkende medeplichtigheid,
waarmee men zich warm kon houden
tijdens winters die nooit meer kwamen

Helaas was er nog wat ijdele Hoop,
als ‘n verbeterde veganistische worst
die beloofde dat het wel zou meevallen
als men er braaf achteraan zou lopen

Morgen gratis voor iedereen die worst lust…

Over bevolking

{CAPTION}

Hoeveel is 8 miljard min 1?
Waarom hebben ze Titulaer
meegeteld toen ze ongevraagd
‘n wereld-volks-telling hielden?

Chriet is niet meer onder ons
als ongeëvenaarde visionair.
Vandaar deze som der delen
min 1, de som is onberekenbaar.

Elk moment sterft van ‘t leven
en baart nog veel meer nazaten,
de voorbehoedmiddelindustrie
faalt glorieus en draait verliezen.

Voortplantdrang blijkt een tiran
die quasi onschuldig bungelt
of tussen de achterpoten rustend
droomt van & in beluste schoten.

Chriet voorspelde groeigrenzen,
maar wie luistert naar profeten?
Geen zinnig mens neemt genoegen
met het genoeg van minder veel.

Graag wat meer onzinnigen dus.
Opdat wij Titulaer nooit vergeten
met zijn ringbaart in de keel

Wolmar V.

“Wiggeltakkieroe meek de galst.” ,zong de sjamaan walmgeestig terwijl de smeulende damp optrok. Zo werden de fragiele contouren van zijn met kralen versierde zwerflichaam zichtbaar. Voor deze sessie droeg ‘de Sjamaan van Ondermaan’ een bh gevuld met riviergrind, klaproosblad en verse kruiden uit het veld.
Ook sjamanen omarmen kennelijk uiteindelijk de moderniteit, dacht Wolmar V. die tot zijn middel in een inktzwarte bosvijver stond, met alleen duistere naaldbomen als kaarsrechte getuigen.
“Soberfanzig galst de meek”, vervolgde Wiggeltakkieroe zijn schorre zang van uitzinnigheid waarmee hij Wolmar V probeerde te ontstoren. De met prijzen gelauwerde schrijver leed na zijn debuutbestseller ‘Een Zwerm Kolenmijnkanaries’ aan een wurgend writersblock. Dit was kennelijk de prijs die je voor succes betaalde. De literaire wereld sprak al van een ‘One-hit-wonder’, wat de auteur nooit meer zou kunnen overtreffen. Hij werd gek van dat lezersvolk dat maar ongevraagd naar zijn volgende boek bleef informeren. Teruggetrokken als kluizenaar in een gehucht liep hij Wiggeltakkieroe tegen het lijf, die hij eerst had ingeschat als dorpsgek.
Wolmar had geen idee meer hoe hij die debuutroman ooit had geschreven. Hij had maar wat neergepend, intuïtief zonder enig gewik of geweeg.
Op bezwerende toon zingzegde de rituele genezer “Soberfanzig galst de meek…Soberfanzig etc..” een fonetische mantra van wereldvreemde herkomst.
Sierlijk zwaaiend met zijn bundel walmende salie huppelde Wiggeltakkie roe rond de vijver, daarbij elke windrichting markerend met een spiralende rookpluim. Het bosbad moest Wolmar louteren van de ondraaglijke opgeklopte verwachtingen.
Zijn huisdokter had ongepast geconcludeerd: “Je kunt de kanarie wel uit de kolenmijn halen, maar niet de kolenmijn niet uit de kanarie”
Daarom had hij nu zijn leven ten einde raad in de roetzwarte handen van deze sjamaan gelegd.
Eenmaal uit de vijver, omzwachteld door een lap vet vilt had Wolmar verschrikkelijk moeten overgeven. Wonderlijk genoeg voelde hij zich daarna als herboren, stinkend en wel.
‘Soberfanzig galst de meek’, reciteerde hij nog regelmatig als nagedachtenis aan Wiggeltakkieroe die na de vijversessie in rook leek te zijn opgegaan.
Wolmar V. besloot voorlopig nooit meer te schrijven. En zeker niet over dit gewijde ritueel.
Het zou jonge schrijvers kunnen afschrikken om een debuutroman te schrijven.

Kaliber

Kaliber was vrij als kogel
schoot doelen voorbij,
schoot in een kramp
schoot tekort,
kwam in het geweer
schoot vol in de roos
van de lach…

wat een revolverheld
al niet vermag

Kaliber koesterde jaren
een tunnelvisie,
glurend door een lange loop
tot hij plots dankzij Triggerfinger
fluitend het magazijn uitschoot,
werelden gingen open…

kogel Kaliber was dwars door
het kerkdak gevlogen zo
het zich leeglachende hemelruim in.

De veilige huls bleef achter,
abrupt verlaten op het strijdtoneel
of verbeeldde Kaliber zich dat
als losse flodder zonder prooi?
Hoe dan ook, euforisch was
zijn denkbeeldige vlucht.

Triggerfinger bleef schadevrij
en zei ontwapend:
‘Ik begrijp het niet meer,
schiet mij maar lek,
mijn kruid is verschoten
als halve zool’

Nu blust hij onverdroten
vuurgevechten
met zijn spraakwaterpistool.

Piekdiepte

Sommig taalgebak lijkt zo diep,
in de zin van zeer of heel diep zinnig…
en dat is het natuurlijk ook wanneer
het is afgemeten aan de oppervlakte
van de slagroompunt
met de legendarische kers als top.

Men moet nu eenmaal ergens beginnen
om diepten te meten…
Begin dus altijd met de kers op de taart te eten.
Wee degenen die zich verlagen
om levenstaarten van onder te naderen,
zij ondergraven de kers op de taart als ijkpunt.

Na deze kersverse piekervaring graaft men
zich aldus door toefjes room,
dwars door mierzoet fondant,
door het zijn van amandelmarsepein,
door zompigzachte moerascake,
door hompjes vrucht in rum geweekt,
door ongekende substanties.

Is het zintuig Tong ooit zo diep gezonken?
Sla dan, na deze omgekeerde bergbeklimming
eenmaal op de bodem van het bordje aangeland,
je basiskamp op, dieper kun je niet…het dal is bereikt
je papillen liggen uitgeput tussen het kruim
en de roomremsporen bij te komen.

Zo vormt de eerste hap het hoogste dieptepunt.
Van piek tot stoelgang is elk huidoppervlak
van wat dan ook het begin van mystiek,
de beleving van het onmetelijke.