Auteur: openbaargeheim
Mooie titel nr.1
Opus zero
Morflex
Geologische roman
Het was oktober, tenminste op papier, maar niet hier.
In de zeef van het onvergetelijke lagen herinneringen uit te druipen die samen een geheugen probeerden te vormen.
Ik keek ernaar en herkende mij er nauwelijks in.
Had ik een zonnesteek?
Het geheugen leek een soort confiture, zelf ingemaakte jam, geschiedenis was meer fabrieksjam met nul procent vruchten.
Ik was nogal afwezig tijdens mijn bezoek aan de woestijn.
De ruimte nam mij helemaal in beslag, het niets eiste al mijn aandacht.
Mijn herinnering is mager, er was ook bar weinig te herinneren, feitelijk duurt de ervaring van die nacht sindsdien voort, tot hier en verder.
Als geoloog deed ik onderzoek, zandkorrels determineren.
Ik wist niet met welke ik moest beginnen, mijn gedachten dwaalden af terwijl het zand in mijn steeds fijnere zeven wegstroomde.
Stel je voor dat je het onzegbare zou kunnen verwoorden en opschrijven, wie zou dat dan nog kunnen lezen?
Om het te kunnen herkennen moest je het al kennen.
Zand kroop overal waar het niet gaan kon, zelfs in de geest.
Ik voelde mij daar een eeuwigdurende zandloper.
Gelukkig had ik gelukkige ouders gehad, ik hoefde nooit gelukkig te worden
om hen gelukkig te maken, wat een geluk om vrij te zijn van die moderne geluksdwang. Ik zag één zandkorreltje oplichten in de kale nacht, maar met welk licht?
Toen ik terugkeerde in het geologisch instituut met die ene korrel werd ik op nonactief gesteld. Ik zag het als een promotie.
Voor mij zat de hele woestijn in die ene korrel.
De rest van mijn leven is als een parel gevormd rond die zandkorrel.
(uit de roman “Incoherente Fragmenten” van Osman Zöbel,
de roman werd door de kritiek niet geheel ten onrechte neergesabeld omdat deze louter uit euforismes was opgebouwd)
Een dier dat definieert

Definities willen dingen strikt bepalen, maar denkt ook vast te stellen wat iets niet is.
Dit laatste is een illusie, beschrijf maar eens wat een mens is of wat menselijk is, dan beschrijf je automatisch wat een onmens is en wat onmenselijk.
De werkelijkheid is natuurlijk dat alles wat onmenselijk wordt genoemd bij uitstek tot het menselijke moet worden gerekend, ook een onmens blijft een mens.
De mens die zichzelf defineert moet zich bewust zijn evenzeer uit het tegendeel te bestaan.
Deze erkenning doet recht aan de totaliteit van de mens, potentieel tot alles in staat. In plaats van definieren kun je de vraag ook open laten en stellen:
We weten niet wat een mens is, een mens is nooit af.
Elk mens is slechts een poging, een mogelijkheid in evolutie of degeneratie.
De mens is een ondefinieerbaar wezen.
Onder de radar
Mikado-chaos

Het verschil tussen een lukrake ‘mikado chaos’ en harmonische orde is simpelweg het verbinden van de losse eindjes.
Bij mensen ligt het nog wat eenvoudiger, die verbinding is er al, of je het leuk vindt of niet.
(Filosofie van de directe ervaring gaat altijd voorbij aan iets wel of niet leuk vinden.)
Verbinding ligt in het voelen, zodra je geen verbinding voelt zit het hoofd in de weg, denken is een goed voorbehoedmiddel tegen het voelen.
Denkbeelden staan grotendeels ten dienste van het ontkennen
van die onmiskenbare verbinding en hanteert graag het omgekeerde bewijs:
Zie je wel, we zijn niet verbonden dus mijn denkbeelden kloppen.
Voelen staat in een kwaad daglicht, met voelen zou je geen land kunnen besturen. Inderdaad, de wereld zou geen landen meer kennen.
Ode aan de snoei
Snoeien genereert energie, vrijheid,
beperkingen stimuleren scheppingsdrift,
wetten vragen om eerbiedige ontduiking,
regels baren uitzonderingen en het uitzonderlijke,
hekken zijn een uitnodiging voor een hordenloop,
normen zijn grijs behang, achtergrond voor het wonder,
verboden maken slapende honden wakker,
de honden houden ons weer wakker,
kom maar op met dictaten en dictaturen,
we zullen ondergronds gaan bloeien en vrucht dragen,
we beloven plechtig nooit te vragen of iets mag,
we doen het onstuitbaar, desnoods legaal.
Het onverwoestbare is onze muze.
De route van de bromvlieg
Ik las ooit over een bromvlieg die de ruimte in kaart bracht, ergens.
De naam van dichter herinner ik mij niet.
Sommige schrijvers willen niet herinnerd worden,
de maker doet er niet toe, het gaat hen om het werk, de schepping.
Zo wenst god kennelijk ook buiten beeld blijven,
achter de coulissen van het niets.
Ruimte is een land zonder bodem, louter hemel,
een continent dat aan alle mogelijke landen grenst.
In dat land ben ik geboren en getogen, zonder dat ik het wist.
Ik dacht eerst op aarde te zijn geworpen, gevangen in een vel.
Tot ik mij buiten dat vel ontdekte, daar bleek geen einde aan.
De ruimte zelf is helemaal het einde vanuit dit beginpunt hier.
Het vel blijkt een kade om van te vertrekken over de zee van mogelijk heden.
Beste lezer neem gerust de dingen en geef mij de ruimte,
of vertrek zelf vanaf de kade, een bromvlieg wijst de weg.
Ik vergiste mij, het was:
‘Een bromvlieg brengt de stilte in kaart’
Geen man over boord, stilte is het onhoorbare aspect van ruimte.
Zonder vergissingen geen taal, geen verbindingen van losse betekenissen.






