Melklicht

Vermeer schildert melklicht.
Ik zeg bewust schildert, want het is steeds nu dat dit levende licht schijnt. Het is dik licht, melkmist, alsof je het kan snijden tot plakjes gedicht.

Dit licht lijkt tastbaar, stil beneemt ze het zicht op de dingen.
Ze toont zichzelf hier zo schijnt het, maar kijk je beter dan besef je het zicht. Niet het zicht van ogen, maar het kennende vermogen,
onzichtbaar en blijvend aanwezig.

Het lichtste kan niet gewogen.
Laat staan, te zwaar bevonden.

Broodvogelhuis

Wonen in je eigen eten, de droom van iedere broodvogel.
Heb je een extra kamertje nodig wegens gezinsuitbreiding?
Eet dan met smaak wat leefruimte erbij.
Behoefte aan uitzicht?
Pik met je snavel een raampje uit de knapperige broodwand.
Het broodhuis kan ook geleverd worden met zangzaad op de korst.

Tegen de tijd dat je jongen groot genoeg zijn om uit te vliegen kun je je eigen huis opeten.
Weg vaste lasten, je bent weer vogelvrij.

Vogels zijn een nomadisch volk, hun land is van lucht.

Morsmelk

Na eeuwenlang gerichte aandacht morst
het melkschenkende meisje.
De schilder van Hollands meest hemelse daglicht
legt de melkvloed vast in loodwit craquelé.
De schildersblik is nu eindelijk gelest,
de jonggestorven oude meester
verging van de dorst.
Het poseren is voorbij, het meisje mag gaan.
Ze loopt door het straatje van Vermeer naar huis.

Zwaluwvuur

Het vuur van de herinnering brandt altijd nu.
Elk verleden wordt nu op dit moment opnieuw actueel of niet.
De zwaluw van de lucifers doet mij een verjaardag herleven, als ik een vuur maak.
Twintig jaar geleden, fietsend op een nieuwe fiets over de dijk van het Nesciaanse Durgerdam richting Uitdam.
Windje mee, ik hoefde nauwelijks te trappen, na de laatste dijkhuisjes van Durgerdam vloog er opeens een hele zwerm zwaluwen kilometers met me mee tot aan het gemaal van Uitdam.
Ze zwermden ruisend naast en rondom mij, het begin van zomaar een zomer.
Even werd de ambitie die ik nooit had gekend vervuld, een zwaluw te zijn.
Het zijn de beste ambities, die zich spontaan waar maken, ze ontbranden vanzelf.
Het mooiste verjaardagsgeschenk kwam van de zwaluwen.
De zwaluw op het luciferdoosje herinnert mij altijd aan die fietstocht
en aan de brandende ambitie om vuurtjes te stoken.

Leren dwangbuizen

Leren dwangbuizen

Als baby waren er geen schoentjes voor je te vinden.
Je voeten waren al te groot uit de baarmoeder gestapt.
Later vond je schoenen gevangenisstraf voor voeten.
Gympjes van rubber waren nog wel te doen, maar die harde, zware en stugge herenschoenen beperkten je bewegingsvrijheid.
Voetballen deed je liefst op blote voeten, dan voelde je de speelbal het best.
Zodra je thuis was schopte je je schoenen uit.
Leren dwangbuizen die de menselijke vrijheid in een gareel dwongen.
Net als het polshorloge, dat het eeuwige moment van leven met drie wijzers in stukjes hakte. Wie een horloge droeg had opeens haast en geen tijd meer om te verliezen.
Ik ging liever ten onder in het tijdloze.
Mijn horloges raakten zoek of gingen kapot, de klem om mijn pols voelde onaangenaam.
Het lezen van de klok kostte mij als kind moeite, het concept tijd wilde er bij mij gewoon niet in.

Wat in hoge mate oninteressant is moet dwangmatig worden aangeleerd op straffe van uitsluiting, zie hier de staat van het onderwijs…
Dankzij dwang en straf weten we wat de waarde is van ontsnappen aan beloning en straf, de ketens van angst en verlangen. Beloning is meestal niets anders dan een middel om de mens te manipuleren.
Erbij willen horen en de angst om buitengesloten te worden zijn de schakels van die ketens.
Dat iedereen erbij hoort is een existentieel feit, evident, niets aan te veranderen.
De macht kan dit feit hooguit hardgrondig ontkennen, als uiting van haar onmacht.

Autoïsme

Motorrijders van bepaalde merken groeten elkaar. Hetzelfde merk schept kennelijk een band. Wij worden soms in onze auto begroet door wildvreemden, ze herkennen ons niet maar wel de auto, hetzelfde type als die waar hun zielsverwant in rijdt. Wij zwaaien dan opgewekt terug al zie je ze soms schrikken wanneer wij niet aan het signalement blijken te voldoen. Alsof de band dan opeens leegloopt, geen verwantschap. een rare verwarring van mens met auto.
Het feit dat we allemaal in zo’n eigenaardig vlezig voertuig als het lichaam rondreizen zou toch genoeg moeten zijn om verwantschap te voelen. Ook al weet je niet wie of wat er in het vel zit, je kunt het voertuig toch begroeten. Op het platteland gebeurt dat meestal vanzelf. In de stad is groeten een ongewenste intimiteit, discreet negeren geldt hier als een kenmerk van beschaving.
Menselijk verkeer kent vele ongeschreven regels, onontcijferbare codes. Toon mij uw gebruiksaanwijzing en ik zal met u communiceren.

Houtjurk

In het hondenuitlaatlaantje staat een reuzenpopulier met een spechtennest, een mooi rond gat net onder de oksel van een tak. Als we geluk hebben steekt de jonge specht z’n roodgemutste kopje naar buiten.
Op de parkeerplaats staan twee auto’s wild geparkeerd.
‘Ik wil niet praten want dan word ik agressief’, roept de man met zwaaiende handen tegen de andere man die in het arabisch weerwoord geeft.
Hij zegt het nog eens.
Het klinkt alsof hij vol vuur de taal in korte stukjes hakt, tot brandhout. ‘Ik wil niet praten want dan word ik agressief’, het klinkt onderdrukt dreigend.

We liepen langs met loslopende hond en worden genegeerd.
Het idee dat door praten agressie gekanaliseerd kan worden is een westers idee.
In het oosten heerst het idee dat een negatieve gedachte al tot agressie kan leiden, laat staan als de denker ook nog eens zegt wat hij denkt.

Op de terugweg zijn hun auto’s weg, het zinnetje hangt er nog tussen de hoge bomen.
De populier staat er als een enorme houten boerka, iets gluurt naar ons door het spechtengat.
Het klinkt gezellig daarboven in het nest.

Megaforismen

Megaforismen

Het kwaad vaart het best onder de vlag van het goede.
De eerste fout is om onder een goede vlag te willen varen.
Dit aforisme is een goed voorbeeld van een goede vlag
die uitstekend elke foute lading kan dekken.

Het kwaad bestaat niet, er bestaan alleen goede bedoelingen
van onvolledig of slechtgeïnformeerden en ongeïnformeerden.

Het goede, het ware en het schone heeft veel te danken aan het slechte,
het valse en het lelijke, omgekeerd trouwens ook.

Alleen het goede, het ware en het schone nastreven is als de huid van een opgezet paard, zonder de valse vulling van slechte houtwol en lelijke watten.

Er gaat natuurlijk niets boven een echt paard als levend zinnebeeld.

Door een levend paard te mennen wordt het goede, het ware en het schone
vanzelf manifest in de mens, tenminste als het mennen lukt.

Ik ben drie keer het ziekenhuis ingeschopt door zo’n paardje,
maar dan heb je ook een vriend voor het leven.

Alleen ongeïnformeerden kunnen wat leren,
alwetenden worden van school geschopt.

Menig alwetende wordt bereden door zijn eigen paard.

(Ter nagedachtenis aan mijn vader Rokus van Geenen, hoefsmid en aforist)

wolkzool

wolkzool

Nieuwe schoenen uit Amerika.
‘If the sky is the limit, we can walk on clouds’
Dit merk is de tweede marktleider, zegt de verkoper.
Deze schoenen wegen nauwelijks nog, ze veren alsof je op marshmallows loopt.
Ik loop verend en geruisloos over het marmer van het nieuwe zelfde winkelcentrum.

Buiten, in het wild, slibt het profiel vol als ik over de grindpaden ga. Waar ik ook loop, asfalt of straattegels,
weerklinkt een onzichtbaar grindpad.
Nostalgie is het grindpad van je vader.
Knarsend ga ik voorwaarts richting toekomst, als ik mijn amerikaanse schoenen moet geloven.
Dat is het mooie van de toekomst, in welke richting dan ook,
je gaat altijd recht op haar af.
Amerika is het land van de nostalgische toekomst.
Die goeie oude American dream is al lang een nachtmerrie gebleken en toch maar blijven dromen.
Ze leven op de wolken van een staatsschuld die zo enorm is dat het substantie lijkt te worden, je kunt er voorzichtig op lopen zolang je de droom blijft geloven.
Elke krantenjongen kan marktleider worden zelfs als iedereen aan die markt blijkt te lijden.