Parafabels

Ik spreek wel eens volk, om de orale traditie
te onderhouden. Een zo’n volk vertelde mij hun scheppingsverhaal: Hoe de zee ontstond of waarom de vissen nooit huilen.
Men zegt dat toen god de vissen had geschapen dat zij het water vergeten was, de vissen lagen zieltogend op het droge.
God werd zo verdrietig dat ze oceaan vol huilde, sommigen vertellen dat ze zich doodgehuild heeft.
Een ander volk dat er naast woont vertelde mij een ander verhaal: Dat de zee ontstaan is uit krokodillentranen, van het lachen welteverstaan, een wreed sprookje.
Weer een ander volk vertelt dat de vissen geen verhaal vertellen, dat ze de zee nog nooit gezien hebben, dat ze het begrip nat niet eens kennen, te dichtbij.

Ondertussen blijft de zee van verhalen maar stijgen. Bouw een boot als je deze verhalen wilt kunnen navertellen.Verhalen proberen de gefragmenteerde wereld te lijmen tot één geheel. De ironie is dat de wereld één is en gefragmenteerd wordt door taal.

Hersenspin

Het wonder van de bovenkamer is
dat er elke dag een web van denksel
wordt geweven, en er is geen spin te bekennen.
Weefsel zonder weefsel, schepping zonder schepper. Een aandoenlijke poging om de wereld te vangen? De wereld als een prooi zonder roofdier…
Denksels kun je niet eten, ze snoepen aandacht en tijd.

Leesvoer

Mijn vrouw leest graag,
bijvoorbeeld, mijn gezicht,
dat boekedelen spreekt,
mislukte sfinx,
mijn gezicht verraadt alles,
als een openbaar geheim,
de golfslag van de belevingswereld
klotst zichtbaar door de wand van huid.
Komma’s rond de mondhoeken,
kraaiepootjes als aanhalingstekens en brauwen die wenken als vraag en uitroep.

De taal van liefde, lezen en je laten lezen.

Stookoogst

De appeloogst is weer begonnen, uit alle naburige schuren en vervallen stallen kruipen de stoomketels op gietijzeren wielen tevoorschijn, onder spinnenweb en strostof.
Jaarlijks komen alle eau-de-vie-ketels bijeen, in ons dal bij de beek, het koude bergwater dient als koeling voor het distillatieproces.
Karren vol rot gistend fruit rijden af en aan, ze waggelen achter bejaarde tractoren. Geur van most hangt in het dal als het eerste levenswater uit de ketel wordt afgetapt. De oude boeren lopen met knalrode appelwangetjes, ze zitten glimmend rondom het vuur, ze kunnen niet meer staan. Verlegen staren ze in het vuur.
Ik raap de valappels terwijl dit visioen verdampt. Even later kook ik ze tot appelmoes,
met mijn dronken kop strooi ik lekker veel kaneel, wat later kerrie blijkt te zijn. Zo ontstaat nieuwe receptuur of indigestie.

Blikschil

Blikfruit hoef je niet te kauwen, niet te schillen, niet in partjes te snijden,
je giet het eeuwig verse sap zo achterover.
De blikschil blijft achter op de dorstlessende plek.

Sommige zure natuuradepten noemen de plek `het milieu’, terwijl ze miskennen hoeveel dorst er geleden wordt.

Onze aarde is een zeer dorstlessende plek gezien de ontelbare blikschillen die haar gezicht wat opfleuren met kleuren die de blik verkwikken..

Leven is dorst, drinken of verzuipen.
De zuurlingen beweren dat blik niet in de natuur hoort.

Hoe kortzichtig kun je zijn, aluminium komt uit de buik van moeder aarde, puur natuur.

hoe ruim is je blik?

Sjamaneschijn

De sjamaan wordt als zodanig geboren,
zijn leven is een kosmische reis
om de versplinterde ziel te helen.
Er zijn niet vele zielen, er is maar één ziel in allen.
Zo is er ook maar één dag en maar één mens in de beleving
van de sjamaan die reist door zich te verplaatsen, meestal in dieren,
maar elk ding, plant of god kan hem als ruimtevoertuig dienen.
Voor buitenstaanders lijkt hij knettergek,
hij stort zich voor elke zielsverduistering als een feniks in het vuur,
zonder zekerheid ooit nog te zullen herrijzen uit de zwarte as. Telkens weer moet het onverwoestbare van de ziel zich waar maken.
Heling is het wegspoelen van alle overbodige onzin.
De zeef van de sjamaan heeft zeer grote mazen.
Buiten op het doek van zijn tent zie je de rituele reis naar hier,
vermomd als eigenaardig dier.

Littekeningen

Ervaringen staan in huid geschreven,
als tekens in boombast gekerfd,
puur, om de ziel te ontketenen.

helende verhalen in littekeningen,
de taal van littekens,
naadloos passend in de natuur
die sterft van het leven.

(leerwerk van Syb Velink, geen titel, geen datering, naam en tijdloos.
Indianen worden overal geboren, hun blik herken je uit duizenden, deze indiaan kwam uit Hantum, Friesland)

Sokkel&Beeld

Met de ontwikkeling van de beeldhouwkunst is gaandeweg duidelijk geworden dat de aarde zelf een sokkel is die alle sculpturen draagt. De meeste ‘moderne’ beelden gaan sokkelloos door het leven, zo lijkt het als je de aarde even over het hoofd ziet.
Sinds de maanlanding zien we dat de ruimte een sokkel is die alle planeten ondersteunt.
Wanneer we nog iets verder uitzoomen zien we dat een massieve stilte de ruimte draagt. Let wel: een beeld van louter ruimte.
Zie je het voor je?
Welbeschouwd kun je deze beeldruimte overal zien, ware het niet dat al die objectieve beelden permanent om aandacht bedelen. Zijn wij de sokkel van alle denkbeelden?
Sokkel van stilte?

Tempelcomplex

Dit tempelcomplex is opgetrokken uit
vangrailelementen van echt beton,
surrogaatbeton bleek te kostbaar.
De lange tempels dienen een collectieve eredienst van de heilige koe die inmiddels een kudde is, zonder herder.
Elke dag rijdt men naar de mis die wordt opgevoerd, om in de file even stil te staan bij het vluchtige bestaan. Een indringend ritueel dat zichzelf versterkt door verslavende herhaling, zoals ieder ritueel. Het valt allemaal na te lezen in;
“Hoe het middel een doel werd of hoe een koe de haast ving” van antropoloog Evert Dingemans, tevens schrijver van: “Het menselijk verkeer” (ISBN 90-40357-04-8 De Slegte)