Het is vandaag de verjaardag van de tijd. Hoe oud de tijd geworden is weten we niet precies. We zijn de jaartelling inmiddels kwijtgeraakt. Tellen is trouwens uit de tijd, wie nog telt telt niet meer mee.
We vieren hoe dan ook dit grote feest met een maaltijd.
Alles en iedereen is uitgenodigd, de wind, de nacht, de seizoenen, de oceaan, het hooggebergte, het voltallige bos, misschien komt zelfs de maan even een stukje taart eten.
De planeten zullen in hun vrije tijd rondedansjes om de zon maken.
Het is de hoogste tijd dat de blauwe hemel het feest zal verlichten door met sterren te strooien om de tijd eens in het zonnetje te zetten. Wie herinnert zich niet haar geboorte, toen ze zomaar uit de duistere stilte werd geboren.
Ze heette nog niet eens ‘Tijd’.
De tijd was nog zo jong, De klok bestond niet, maar na het eerste uur kon ze al lopen en dat is ze sindsdien blijven doen in het uurwerk der planeten.
Leve de tijd, leve de leeftijd. We drinken een glas en zingen een lied op de tijd.
Natuurlijk geven wij een gezamenlijk geschenk. Het kostte veel moeite om iets te verzinnen. Iets waar je voor langere tijd plezier van kunt hebben, een tijdloos kado. Uiteindelijk kwamen we op: de eeuwigheid!
Dit was het laatste exemplaar, later bleek het ook het enige exemplaar te zijn.
De tijd staat te popelen om het kado uit te pakken.
Alle gasten vragen haar aandacht.
Ze zal nu toch echt wat tijd vrij moeten maken.
Auteur: openbaargeheim
20 October, 2016 11:27
Bladerbloei

De muur lijkt nu gevangen, eindelijk na jaren…
Hij dacht te ontsnappen aan de aandacht van zijn belagers.
Wat niet beweegt onttrekt zich aan het zicht meende hij te weten.
Sluipenderwijs nam de wingerd de muur echter in hechtenis.
De muur zweeg over zijn verdienste dat hij de maker van de muur ooit had opgeleid tot metselaar. In dat opzicht was de muur tegengesteld aan de wingerd die zich er opzichtig op liet voorstaan dat zij de tuinman had geschapen in het kind dat haar ooit had mogen planten als inwijding van het gebouw.
Dat de tuinman en de metselaar één en hetzelfde wezen was wist niemand.
Niemand genoot zo, elke herfst opnieuw van die furieuze bladerbloei die het onbekend zijn leek te vieren.
Boszicht
De vogel zat naamloos in de boom rijpe bessen te eten. Beneden op de bladbruine bosbodem zag ze tussen het loof door een dier rondscharrelen. Een dier zonder veren. Ze floot naar haar zwarte echtgenoot die zich bij de mierenhoop aan het ontluizen was. Het bodemdier zonder veren keek omhoog naar haar, maar verstond het bessenlied niet. Het dier zwaaide naar haar of joeg het een vlieg weg? Even later vloog haar zwarte geliefde aan op de tak, hij pikte even in haar mondhoek wat bessenpitjes weg en schuurde met zijn kop langs de hare. Wat rook hij heerlijk naar mierenzuur. Samen pikten ze de bessen van de takken. De tak boog steeds dieper door hoe meer ze aan het uiteinde kwamen. De bodembewoner leek heel klein vanuit de hoogte. De vogels keken naar hem terwijl hij een giftige paddestoel plukte. In een opwelling gaven ze beiden synchroon het alarmsignaal, een schril doordringend noodsein. Alle gevederden kenden dat als een universele wijze raad.
De bodemscharrelaar luisterde niet terwijl hij van zijn vondst at. De vogels staakten hun waarschuwing en aten verder van bessen die voor andere diersoorten zwaar vergif waren.
Misschien gold dat ook voor dit ongevederde gronddier, dat dit paddestoelengif voor zijn maag juist voedzaam was. Later toen ze wegvlogen zagen ze hem even verderop de heuvel languit liggen tussen de gevallen bladeren terwijl een schuchter everzwijn voorzichtig aan zijn voetjes rook.
Hoe kwam dit aan het licht? Het leek alsof het de bomen zelf waren die dit alles hadden gadegeslagen, stil observerend vanuit alle beschikbare knoesten? De bomen stonden niet op zichzelf, ondergronds verbonden verstonden ze elkaar. De bodem nam alles in zich op.
Fantoompijp
Magritte is geen surrealist, maar een humoristisch filosoof. Dat is kort door de bocht de uitkomst van een Magritte-retrospectief in Parijs.
Humor is zeldzaam in de kunst en in de filosofie vrijwel taboe.
Daarom is ‘Tao’ zo’n verademing. De Tao, waar lichtvoetigheid en diepgang moeiteloos samen de heuvel afhinkelen, zo het kosmische ravijn in.
Het is van een onthutsende eenvoud waarmee Magritte ontologische vraagstukken aan de orde stelt. Te bestaan is diepgaand humoristisch. Het mysterie direct ervaren is een staat van diepgaand niet-weten. Iedere poging tot begrijpen zorgt voor kortsluiting in het denken, die kortsluiting biedt ironisch genoeg weer een opening naar een totaalervaring.
Soms lijkt filosofie haar zogenaamde diepgang te ontlenen aan het uitbannen van lichtvoetigheid en humor. Magritte heldert zonder een woord te zeggen
de hele humorloze taalfilosofie op.
Met één schilderij zet hij de taal in het juiste perspectief; Taal is een afspraak die los staat van de werkelijkheid waarnaar ze verwijst.
Wittgenstein was een gevangene achter de tralies van zijn taal. In zijn latere poging om die taal tot zwijgen brengen probeerde hij zich te bevrijden. Zou hij ooit Magritte hebben gezien.
16 October, 2016 07:09
Tegenhetlijflopers
Het leuke van een hond hebben is dat je allerhande mensen ontmoet die je anders nooit tegen het lijf zou lopen. Het zijn niet altijd hondenmensen, vaak loopt een vader met afgrijzen het hondje van zijn kind uit te laten of past oma op de jachthond van haar drukbezette dochter. Soms verstrekt de hond een mooi alibi om even lekker te roken en stoom af te blazen. Sommigen hebben een hond om even al hun sores te kunnen spuien tegen de eerste de beste hondenbaas. Het nadeel van de hond is dat je sores moet aanhoren die je liever niet tegen het lijf loopt.
Het zijn soms rare interacties, vooral als de honden elkaar niet moeten, kijken de baasjes elkaar erop aan. Honden zijn net mensen, zegt de een wat dan plast de ander er meteen overheen. Vaak leren ze elkaar nooit echt kennen, ze ruiken aan elkaar en trekken conclusies uit de geur. Wat voor de één eau de toilet is is voor de ander een weerzinwekkende stank.
De meest aandoenlijke hond die ik ooit tegenkwam was een jonge Ierse Wolfshond, een schoothondje, geboren in een veel te groot lichaam. Zijn baasje stak slechts één hoofd boven zijn hond uit. Alleen zijn kop zou net op de schoot van zijn baasje passen.
In mijn fantasie zag ik zijn baasje eerder bij de wolfshond in de mand liggen. Een mand ter grootte vanaf een kleine roeiboot. Fantasie is altijd net zo ruim als nodig is, ze maakt alles passend. Kijk maar naar je dromen: de meest onverenigbare inhouden worden tot één verhaal gesmeed.
Alles gaat over verhoudingen en hoe de dingen zich verhouden. De wereld lijkt wel een proeftuin van verhoudingen. Hoe ver kunnen we gaan tot alle verhoudingen zoek zijn?
Alleen fantasie, verbeeldingskracht kan moeiteloos alles met elkaar verenigen, ongeacht de afmetingen, ongeacht onverenigbare inhouden.
We kennen een blind hondje die met zijn neus kijkt, een kleine allemansvriend.
Blind van vertrouwen. Zijn baasje is zijn blindegeleidemens, zijn stem werkt als een onzichtbare hondenlijn. Een perfecte verhouding. Ook al zul je hem nooit zien, je houdt van die hond en haar baas.
Eikhaas
Als je iets nieuws eet weet je letterlijk niet wat je proeft, onvergelijkbaar.
Verwacht je bananensmaak en je proeft een aardbei, dan is dat een klap in je gezicht, misschien een heel lekkere klap, maar toch, de verwachting verpest het, ook al smaakt aardbei nog zo goed. Vergelijken is een vervelende aandoening met nare bijwerkingen.
De eerste keer is bepalend voor je verdere smaakervaring:
Tref je meteen de beste aardbei, de lekkerste mozzarella of de perfecte mango dan is alles wat daarna komt een tegenvaller of op z’n best een bevestiging.
Tref je een wateraardbei of een mozzarella van echt rubber met stopverfsmaak of een gegiste draadmango dan valt alles daarna mee. Of je besluit om het maar nooit meer te proberen.
Wie het beste kent wordt vanzelf kieskeurig, iets voldoet zelden aan die hoogste eis.
Natuurlijk is de grap dat iedereen denkt het beste te kennen en dat klopt natuurlijk ook, alleen al die vormen van ‘het beste’ hebben niet dezelfde kwaliteit, en dat valt ook niet na te gaan.
Een matige mango is voor sommigen ultiem omdat ze niet beter weten, elk slechter exemplaar bevestigt die overtuiging. Het beste exemplaar wist al het voorgaande uit.
Degenen die meteen van alles het beste krijgen zullen veel teleurstellingen moeten verwerken. Dat is de zegen van een slecht geheugen, smaak krijgt vleugels, alles smaakt elk moment weer nieuw.
Het laatste nieuwe dat ik proefde was de ‘Eikhaas’. Een goddelijke bospaddestoel, die als een enorme bloemkool aan de voet van een eikenstronk verschijnt.
Het was de eerste keer, meteen ultiem, de heerlijkste eikhaas die ik ooit (dwz. nooit eerder) geproefd had. Je weet dus niet wat je proeft. Nu smaakt het voortaan naar die prachtige naam, Eikhaas. Hardgebakken in roomboter met olijfolie, zout erop en eindeloos kauwen met een stukje oud brood.
Directe ervaring is niet overdraagbaar, daarvoor is taal ontoereikend.
Taal kan je aan de afgrond brengen maar dan zul je toch echt zelf moeten springen in het ravijn van de Eikhaas.
14 October, 2016 16:50
Luister
Luister, zei de man die op een vrouw leek; je mag hier wonen, eten, slapen, maar je krijgt geen huis…je lichaam heb je immers ook maar te leen,
het is niet van jou…zorg er dus goed voor…en maak je nooit zorgen…
Maar waar moet ik mij melden?
Luister…je mag je hier nooit ergens melden…
Je mag en kunt jezelf nooit identificeren…nooit legitimeren…
gooi al je papieren, als je die nog hebt, zorgvuldig weg,
daar heb je hier niets aan…!
Maar!
Stil maar…neem dit nu van mij aan…zo gaat het hier nu eenmaal…
we hebben hier geen tijd voor het waarom…
Waa…!
Luister…geloof niets van wat je verteld wordt…ook niet van wat ik je vertel…vertrouw op je onderscheidingsvermogen, je weet het…met al je zintuigen en het onzintuiglijke weet je wat zin is en wat onzin is…
Waar zijn we nu?
Luister…we zijn nu hier, op de enige plek in het hele universum…waar we elkaar kunnen ontmoeten.
Heeft deze plaats dan geen naam?
Luister, voor ons niet…maar zij die zich buitenstaanders wanen noemen dit Wiemandsland.
Dan bent u dus een ‘Wiemand’…?
Luister, Luister…luister…luister.



