Resident

Hoofdredactioneel commentaar:

Bor mag dan vermist zijn, maar we missen hem, om eerlijk te zijn totaal niet, want de geest van Bor waart hier overal rond op de redactie. Bijdragen in de geest van Bor stromen dagelijks binnen.
Wie afstemt op de oorspronkelijke geest en in staat is om in die geest te leven, kan spontaan de geest krijgen en wat dan ook creëren. Zoals Bor regelmatig zei;
‘Het geheim van moeiteloosheid ligt in het doen van wat niet de bedoeling is’.
De Staat van zijn, is in staat om totaal niet te weten. Een Socratische staat, beter dan welke staatsvorm dan ook, evenwel zelf zonder vorm. De geest van Bor troont ons mee naar een staat van niet-weten.
Het lijkt een staat van verwarring voor wie niet kan loslaten…of een staat van openbare dronkenschap…dronken van de duizelingwekkende zeeën van mogelijk heden, onbeschrijfelijk.
Wie aankomt in de Staat van niet-weten is tegelijkertijd in alle staten. Wie in staat is om in niet-weten te resideren is resident van een verenigd staat. Een resident staat open in deze open staat.
Deze staat is statenloos, immers wanneer alle staten verenigd zijn vervalt het hele begrip staat, omdat er niets tegenover staat.
Deze staat is ‘het meer dan de som der delen’.
Wie ertoe in staat is zwemt vrijelijk in dat meer.

Blijf sturen lezers!
‘De lezer is een schrijver die schrijft wat zich wil laten lezen’, namens de redactie van Openbaar Geheim.

Houtlijmvirtuoos

Mario Maurano leerde ik kennen als kleine Colombiaan verdwaald in Antwerpen als virtuoos op de contrabas. In Mexicostad speelde hij in een Mariachiband op straat, op een gitarron, die enorme buikgitaar.Hij leende dat instrument bij een
gitaarbouwer, daar zag hij op een dag in een hoek van de werkplaats een hoop brokstukken van een instrument liggen.
Het zou ooit een contrabas zijn geweest…?!
Een antiek Frans instrument, verpulverd bij een autoongeluk, de bassist op slag dood. Het intrigeerde Mario en hij vroeg wat het plan ermee was. De bouwer zei uitdagend dat hij hem mocht hebben als hij hem in elkaar wist te zetten.
Er waren zestig fragmenten met vreemde breukvlakken. Een ware puzzel, welk stukje moest waar passen? Na drie maanden lijmen met klemmen en touwen kreeg Mario het voor elkaar. Wonderwel was de bas compleet. Nu zou hij hem voorzichtig schuren om hem van de oude laklagen te ontdoen. De breuklijnen werden steeds vager. Nadat hij drie nieuwe laklagen aanbracht blonk het instrument koninklijk.
Het had een mooie aparte hals en een soort leeuwenkopje in plaats van de standaard krul.
Nu rees de grootste vraag: zou het klinken met al die breuken. Mario verwachtte niets, maar kreeg alles. Hij had werkelijk een wonder verricht, de kast zong prachtig, als een hele warme cello. Mario werd verliefd en studeerde dag en nacht om de techniek machtig te worden. Maar hij ging verder en speelde vioolbewerkingen op de Boismortier, hondsmoeilijke grepen, razendsnelle loopjes maakte Mario met zijn worstvingertjes. Mario en de Boismortier werden mijn helden.
Een dokter die een dode tot leven wekt en ook nog laat zingen als een sonoor neuriënde hommel. Het wekte ontroering om de twee geliefden aan het spelen te zien.
Mijn taak was het om de pianopartij als een bedje onder hun liefdesspel uit te spreiden. Na het concert droop Mario van het zweet.
Mario had Mexico verlaten nadat zijn geliefde, een mooie pianiste hem had verlaten, zo dwaalde hij af naar Europa. Hij klamde zich vast aan zijn Boismortier, nooit liet hij haar alleen, zijn steunende toeverlaat. Wellicht was zij de lijm die Mario bij elkaar hield en op de been.

Dit verhaal ontstond geheel in de geest van Bor. Is het waar gebeurd? Bor zou zeggen: ‘Het is hier gebeurd, zoals alles!’ ‘Laat het maar gebeuren…hier’

Inuktitut

Talen sterven uit. Het onderzoek naar zieltogende talen sterft eveneens uit aan onze universiteiten. De vakgroep Inuït-talen ligt al jaren onder de permafrost. Hun literaire erfgoed wordt het best geconserveerd door vertalingen door het Inuktitut-instituut in Tintelaaq, Oost-Groenland.
Vertaling van het Inuitgedicht: ‘Zwarte dromen’ opgetekend uit de mond
van Inuit-dichter Agloolik, hertaald door sociaalgeograaf Wilco Beslaar, Sisimut, 2003

Zwarte dromen in witte nachten.
Kou is hier alom, onze zon.

Een ijskoude maan voedt onze witte wereld met haar kille stralen.
Zonder haar zou onze wereld wegsmelten tot vloed.

Smelten is sterven, zo nat is de dood.

O maan, laat ons rillen van leven
in deze witte nachten.

Een druppel dooi rolt uit m’n oog dat droomt
van mijn koude godin, Anarkusaga.

Nooit lente is eeuwig wit bestaan.

Casanova incasso (Coen Cederik, correspondent in Milaan)

De dikke lelijke man observeerde zijn cliënten eerst vanuit zijn bedrijfsauto met de opdruk ‘Incasso Nova’.Was het een vrouw die hem aantrok dan belde hij aan om weloverwogen zijn oneerbare voorstellen te doen, een kleine dienstverlening en hij zou uitstel van betaling aantekenen. Hij vond dat hij goed werk deed om zijn klant even wat financiële lucht te geven. Zijn methode zoals hij het eufemistisch noemde vond veel aftrek.
Maar hij had ook menige klap moeten ontwijken, rondvliegende huisraad en flarden spuug. In dergelijke gevallen moest hij tot zijn spijt tot inbeslagname overgaan, soms werd het hele huis ontruimd. Aangifte doen had weinig zin, zijn oneerbare voorstellen waren onbewijsbaar bij de politie. De verdachte kon even goed beweren zelf te zijn verleid.
Toch zwom hij in zijn eigen fuik. In vergelijking met zijn collega’s was zijn opbrengst
zo significant laag dat zijn eigen buro hem ging schaduwen.
Na confrontatie bekende de lelijke man zijn methodiek, jankend als een maanzieke wolf. De baas dreigde hem juridisch te zullen vervolgen om smartengeld op hem te verhalen. Door zijn ‘avontuurtjes’ moesten ze hun gerenommeerde bedrijfsnaam veranderen. Hoe meer hij jankte hoe meer de baas serieus overwoog om hem inderdaad totaal uit te kleden. Het was de lijflucht vermengd met sigarenrook die de baas ervan weerhield.
Plotseling had de dikke man het hele buro omgekieperd zodat de baas met zijn keel onder de rand van het buroblad lag. De secretaresse had het kabaal in de directiekamer gehoord en wist met haar kunstnagels haar baas te ontzetten. Zo was dit voorval in de krant gekomen. De dikke man is nog altijd voortvluchtig, zijn huis is inmiddels ontruimd. Uit naspeuringen bleek dat hij een uitstekend tafeltennisser was. De nieuwe bedrijfsnaam van het incassoburo is nog onbekend. Ook een overweging kan soms levensbedreigend worden, zo blijkt. Reflectie is niet altijd raadzaam.

[Coen Cederik is werkzaam in Milaan als belastingconsulent en stuurt ons de meest bevreemdende ‘Italiaanse toestanden’ door die hem aldaar verblijvend ter ore komen. Dit verhaal verscheen eerder in het gelijknamige boek: ‘Italiaanse toestanden’

Piano ping ping in Beijing

Slecht geslapen vanwege de klamme hitte, inmiddels is het in de middag, uren later.
Ik zit rustig in mijn werkkamer in de fabriek, met een kopje oplospleur en een gelukskoekje.
Deze pianofabriek is gigantisch groot, met duizenden werknemers. Mijn kamer is op de 7e verdieping. Daar zijn de kantoren en de administratie.
Vlak achter mijn vertrek bevindt zich een grote werkruimte, waar ik bezig ben oplossingen te vinden om vleugelproblemen op te lossen. De problemen zijn enorm omdat Chinezen zo anders zijn. Ze zijn uitsluitend gericht op zelfbehoud, geld (ping-ping)en vooral short term profit.
Degelijkheid en kwaliteit komen niet in hun manier van denken voor en dus is mijn strijd voor hoogste standaarden hier op voorhand gedoemd tot prutswerk.
Verder reis ik erg veel door heel China. Ik word nu veel ingezet als promotioneel concertkanon omdat ik weet wat ik doe en altijd scoor, eenoog is koning, éénoor keizer. Hier kweek ik veel goodwill mee en kan ik mij in een sterkere positie manouvreren.
Ik ben inmiddels beland in een hotelkamer ergens in Beijing, want morgen moet ik in de ‘Beijing branch’ een training geven aan fabriekspersoneel. Ze snappen absoluut niets van afregelen en intonatie, vandaar. Donderdag ga ik weer terug naar Mei-Ling en Roby in Zhuhai.
Mijn zoon Roby is een heerlijk knuffeltje en verandert nu razendsnel
Hij is nu ruim 9 maanden en begint te kruipen en op te staan. Een koddig gezicht (;
Z’n eerste tandjes heeft ‘ie ook al en hij begint tevens te brabbelen (; Mei-Ling is dag en nacht met ‘m bezig en ze is een fantastische moeder.
Ja, en dan blijft het maar heet en vochtig elke dag en elke nacht. Pas eind oktober koelt het in het zuiden af en begint de korte chinese herfst.
Liefs van Oor.
[onze correspondent in China, A. Ooreveld]

Vacant

Als woordvoerder van ‘Openbaar Geheim’ is mij gevraagd het volgende bericht naar buiten te brengen: Bor van Geenen is verdwenen.
Zo simpel kan het zijn, met deze kanttekening dat het meest simpele ook het meestal het meest mysterieuze is.
Bor had geen huis, geen signalement, geen persoonlijke bezittingen, alleen een mobieltje als laptop. Een en ander maakt opsporing lastig.
Het probleem bij vermissing is natuurlijk: wanneer is er sprake van langdurige verdwijning. In het onderhavige geval is het erg makkelijk omdat Bor altijd voor
half acht ‘smorgens zijn bijdrage verstuurde, rond half twaalf wisten wij dus dat het definitief ‘einde verhaal’ was.
Er zullen dus voorlopig geen bijdragen op Openbaar Geheim verschijnen in de geest van Bor. De redactie zoekt nog naar een waardige en vaardige vervanger, geesten kunnen zich ook aanmelden. Voor zolang er nog geen vervanger gevonden is zullen oudere berichten als nieuwe verschijnen. Zoals Bor vaak zei: ‘Het geschenk van een zwak geheugen is dat alles eeuwig vers en nieuw is!’

Er doen zich rond zijn verdwijning allerlei geruchten en speculaties de ronde waarvan wij er geen enkele kunnen bevestigen, van Geenen zou;
– op vacantie zijn, zonder enige aankondiging?
– zijn mobiel in het toilet hebben laten vallen en
doorgetrokken?
– preventief in hechtenis te zijn genomen, voor nog nog niet
gepleegde feiten?
– nooit hebben bestaan…maar wel sporen hebben nagelaten als
openbaar geheim?
– het land zijn uitgezet als personage non grata.
– dit stukje gefingeerd hebben geschreven om zich weer van een
andere identiteit te bedienen?

Bor zelf zou waarschijnlijk zeggen; dat het er helemaal niets toe doet.
Wat evident is kan niet worden ontkend, laat staan datgene dat die ontkenning pleegt. Wat er niet is heeft geen bewijs nodig, het is overal niet.
Wat is er simpeler dan er opeens niet meer te zijn?
Wat is er simpeler dan eenvoud, geenvoud?
Aanwezige afwezigheid.

Tweede Kamerolifant

Er was eens een onwijs grijs kamerolifantje dat leefde in een tweede kamer.
Het moest een kudde kamerolifantjes door een woestijn leiden. Er was een getrompetter van jewelste binnen die gesloten kamer.
Bij afwezigheid van een echte visionair was ‘de onwijs grijze’ als leider aangewezen, bij gebrek aan nog grijzere.
Zijn visie bestond eruit dat visie een olifant is die het uitzicht alleen maar bederft. Als je deze olifant zou wegjagen dan zag je tenminste waar je naartoe wilde. Hoe vaker hij dit herhaalde hoe meer hij er zelf in ging geloven.
De kudde in de kamer kwam echter nooit in beweging op weg naar welke horizon dan ook.
De woestijn bestond feitelijk alleen maar binnen deze afgesloten kamer. En wat er toch onverhoopt wist binnen te dringen werd er achteloos platgetrapt.

De weggejaagde olifant dwaalde inmiddels in de verste verte en dreigde achter de horizon te verdwijnen. Schamper sprak de grijze kudde over hem als ‘de Olifantast’

Authorix

In het kleine dorpje Literatix aan de rand van de westelijke landtong van Oralix hield de alfabete bevolking moedig stand tegen Digitalix, keizer van het rijk der Domeinen. Authorix had als kleine jongen de inktpot van zijn vader leeggedronken.
Zijn vader Sciberix Relativerix had een inktzwarte kijk op de wereld. Hij schreef nog altijd met kroontjespen, luchtige korte volksverhalen. Authorix’s moeder Inspiratix diende als muze voor de schrijvende Sciberix. Dorpsoudste Manipulatix had Scriberix opgedragen de geschiedenis van het beruchte dorpje vast te leggen.
Authorix had het verhalen vertellen met de paplepel binnen gekregen. Nadat hij de inktpot had leeggedronken was hij spontaan begonnen te fabuleren en hield nooit meer op. Één ding kon hij niet, schrijven.
Het was Digitalix een doorn in het oog dat hij Literatix niet kon inlijven binnen zijn Domeinenrijk. Steeds wist Literatix met verhalen de bezettingsmacht om de tuin te leiden en het grote verhaal van het keizerrijk te ontkrachten.
Het grote heroïsche verhaal van het keizerrijk werd ondergraven door talloze plausibele geruchten die verspreid werden. Later bleek de kleine Authorix achter deze geloofwaardige leugens te zitten samen met Strategix en Insinuatix, de twee malicieuze legeraanvoerders van Manipulatix.
In een ware veldslag bij Narrativix werd de strijd beslist. De orale traditie versloeg overtuigend het virtuele leger van Digitalix.
Keizer Digitalix ging persoonlijk verhaal halen bij Manipulatix, maar stond daar met zijn mond vol haar op zijn tanden.
Authorix’s hondje Analfabeterix plaste bij deze gelegenheid per ongeluk tegen het keizerlijke been net toen hij iets wou gaan zeggen. Die nacht werd er in Literatix groot feest gevierd met muzak van Decibellix en hapjes van Snakbarrix.