Proces

‘Het Proces’ van Franz Kafka las, door het soort onderwijs dat je had genoten als een warm bad van herkenning. Van een aantal zinnen hoorde je nog steeds de echo nagalmen. Het klaslokaal als rechtszaal, de onderwijzers als rechter.

‘Je gezicht staat mij niet aan, ga jij de klas maar uit!’

Op de gang vroeg je je even af, waarom…?

‘Haal die grijns van je gezicht!’

Als reactie daarop trok je natuurlijk een verwonderd gezicht.

‘Wat kijk je nou?’

Thuis voor de spiegel probeerde je serieus uit te vinden wat die grijns was.
Zat ze vast aan je gezicht?
Alleen als je naar de grond keek was die grijns weg, dat was het beste.
Dan kon je nog beter luisteren.
Stil registreerde je dan wat er gezegd werd en wat er niet gezegd werd.

‘Kijk me aan!’

De rechter eiste oogcontact.

‘Doe je ogen open!’

……..?

Wat sta je daar nou!

………?

Zeg wat!

………?

‘Doe wat ik je zeg!’

………?

Je ging rare gezichten trekken voor de spiegel, grimassen.

Later op het hoger onderwijs leerde je de opperrechter kennen.

‘Wat kijk je nou onschuldig?’

Moest je leren om schuldig te gaan kijken?

‘Je trekt een onschuldig gezicht!’

Hoe deed je dat, schuldig kijken?
Je probeerde je de ergste misdaden voor te stellen terwijl je strak in de spiegel keek.

Je gezicht bleef jou neutraal aankijken…

Het sprak boekdelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *