‘Noemt u mij maar Flip ‘, zo stelde dr. Ph. Tornado zich voor.
‘Dag Flip, zegt u maar gewoon van Geenen hoor!’.
‘Zeg het eens meneer van Geenen, wat is het probleem?’
‘Geen probleem, ik kwam mij alleen inschrijven…verplicht door de verzekeraar!’
‘Dat is geen probleem, regelt u dat maar met mijn assistente!’
Sindsdien hebben we een vreemdsoortige relatie omdat we elkaar nooit treffen.
Nu moet ik zeggen dat Flip ook niet erg toeschietelijk is of zomaar eens gezellig bij je thuis komt. En eerlijk gezegd ben ik het soort ‘patiënt’ (etymologisch: een geduldoefenaar) die zich al onwel begint te voelen door de weeë medicijngeur die de dokterspraktijk vergeeft. Gecombineerd met een arsenaal aan medische missers die mijn directe verwanten heeft getroffen kwam ik tot het devies: ‘zorg, mijden als de pest’.
Toen ik Flip een keer op straat tegen het lijf liep merkte hij op dat hij mij nooit zag in zijn praktijk. Openhartig deelde ik mijn scepsis met mijn nieuwe huisdokter.
‘U bent dus een zorgmijder’ stelde dokter Tornado razendsnel zijn diagnose.
‘Inderdaad, uw beroep werkt op mij in als een Nocebo met louter vervelende bijwerkingen, ik ben meer een liefhebber van Placebo’s’, lichtte ik mijn vers vastgestelde aandoening toe.
Dokter Tornado probeerde niet schamper te lachen.
‘Maar vindt u het niet zorgelijk dat u zorg mijdt?’ vervolgde hij zijn straatonderzoek.
‘Welnee, als wij elkaar vanaf vandaag nooit meer zouden zien dan vind ik onze relatie meer dan geslaagd?’, zei ik zo diplomatiek mogelijk.
Dokter Tornado fronste zijn snor en hervatte zijn hulpverlening:
‘Maar wat verwacht u dan van mij?’
‘Dat u op gepaste afstand blijft…realiseert u zich wel dat elke artspraktijk een brandhaard van infecties is!’, zei ik zo inlevend mogelijk.
‘Ik ben bang dat u aan smetvrees lijdt…ik kan u daarvoor doorverwijzen?’
Ik keek hem zo onbevreesd mogelijk aan.
‘U beseft wel dat u zekere risico’s loopt..?’
‘Zeker, hoe langer ik hier blijf komen er steeds meer diagnoses bij…dat is nu precies wat ik bedoel!’
Dokter Tornado keek mij meewarig aan en gaf mij nog advies mee dat ik mijn eigen verantwoordelijkheid moest nemen en zelf de consequenties diende te aanvaarden
van mijn zorgmijdend gedrag.
Wanneer ik Flip nodig had voor een schimmelzalfje of een oordoorspuiting, was hij afwezig of ziek. Ik weigerde met minder dan hem zelf genoegen te nemen, terwijl ik de keuze had van zeker drie vervangende artsen, al dan niet in opleiding.
Ik wilde ‘the real thing’ dus werd ik door zijn zeer adequate assistente behandeld.
Zij blijkt de enige constante factor van de groepspraktijk en ze ruikt tenminste niet naar medicijn.
Om geduld te oefenen heb je geen dokter nodig.
Geduld is de apotheek van de ziel.