Voor mijn lichaam werd geboren ben ik op uitnodiging een paar keer wezen proefleven in verschillende baarmoeders. Het werd mij aangeboden zodat ik over een voor mij geschikt voertuig zou kunnen beschikken. Het is natuurlijk een puur intuïtieve zaak.
Je voelt meteen of een lijf past en lekker zit. In het voertuig wordt je meteen ingelicht over de groeimogelijkheden, de maximale snelheid van het neurale netwerk en de zintuiglijke extra’s. Ik wilde graag buitenzintuiglijke waarneming, een handsfree besturingssysteem en non-lokaliteit in plaats van maximale snelheid. Dit gebeurde dus nog allemaal voordat ik mijn vrijwaringsbewijs had, uiteraard een futiliteit want vrij zijn heeft geen enkel bewijs nodig.
Om te weten welk voertuig ik zojuist had ingeleefd werd mij aangeraden om nog wat andere lichamen te visiteren, dan wist ik zeker dat ik de juiste keuze maakte.
De andere lichamen waren ook van een wonderlijke schoonheid maar ze waren meer toegesneden op een ander doelen. Er was een automaat bij, lekker makkelijk zou je denken, maar wie wil automatisch leven?
Mijn doel was het doelloze, hetgeen andere eisen stelt aan de overbrenging, leven in z’n vrij, zonder te schakelen.
Toen ik definitief had gekozen raakte ik helemaal in vervoering. De wachttijd van enkele maanden kon ik met moeite uitzitten, hetgeen mij weer eens confronteerde met de reden waarom ik terug was hier op aarde; mijn eindeloze ongeduld.
Wat is ongeduld anders dan de ziekte van tijd. Het waanidee dat tijd verstrijkt.
Is er een beter medicijn tegen tijd dan het doelloze?
Het is natuurlijk ook niet voor niets dat patiënt geduld betekent.
Maar met dulden zijn we er natuurlijk nog niet, dulden moet vervoering worden.
In vervoering kun je overal thuis zijn, aldus F. Wildesheim.