Ornamenttaal


Het ornament sneuvelt in de koude oorlog die het doelmatige tegen de versiering voert. Met een sierlijk gebaar probeert het ornament nog te ontkomen, maar ze maakt geen kans tegen de alles plettende wals.
En dat is maar goed ook zullen velen zeggen.
Versiering leidt maar af van waar het om gaat, functionaliteit. Wat vergeten wordt is de betekenis van het betekenisloze, de charme van het overbodige, de zin van het zinloze.
Liefst wordt elke bocht om zeep gebracht, want de heilige weg van A naar B is rechtlijnig het snelst. Geen tijd te verliezen.
De gewonnen tijd kan dan gebruikt worden om?
Dit zou dan de vervulling zijn van de diepste menselijke wens. Omwegen laten de geest verdwalen in alle andere mogelijkheden dan B. Daar raakt een mens maar van in de war.
Het best kun je maar in A blijven, wel zo efficiënt.
Het idee dat je vanaf A naar elke plek zou kunnen…

De menselijke handschrift verdwijnt uit het maakproces.
Handelingen worden uitbesteed aan machines. Een mens raakt letterlijk onthand. Handelingsonbekwaam. Het laatste staaltje van doelmatigheid is dat machines machines bouwen zonder versiering.

Efficiëntie liquideert ijskoud het voortbestaan van: de zinloze krul, de overbodige arabesk, de onnodige garnering, het vergeefse rozet, de frivole guirlande, de nutteloze strik.
Zelfs de schoenveter moest het ontgelden, geen strikken meer, elastiek of klittenband.
Technocratie verschilt niet veel van een dictatuur, er is alleen geen dictator van vlees en bloed, het is een machine die zijn decreten oplegt.

De verbeelding is het belangrijkste ornament van de menselijke natuur. Het verhaal is een van de laatste ornamenten.
‘Verhalen vormen een sokkel voor ons wereldbeeld of voor de afwezigheid daarvan’. F. Wildesheim.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *