Plots besloot Rolf-Jens viool te willen spelen. Bij toeval was ik erbij toen hij buiten kantooruren aanbelde bij de vermaarde vioolbouwer Stephan Grolsch.
Rolf begon ermee zijn visitekaartje te offreren met de vraag of het wel gelegen was dat hij even een topviool kwam uitzoeken.
De vioolbouwer keek verbouwereerd naar het kaartje. ‘Natuurlijk, komt u binnen..Jonker Waezenbaeck, als u even wacht in het atelier dan trek ik even wat aan!’
Met grootse gebaren en op declamatietoon deed Rolf zijn muzische plan uit de doeken.
‘U heeft dus nog geen les?’ vroeg de houtbouwer.
‘Nee, ik moet natuurlijk eerst een viool hebben, dat spreekt!’
Rolf droeg de handarbeider op om de verschillende instrumenten eerst eens te laten horen:
‘Speelt u eens wat, beste man!’
De vioolbouwer speelde nerveus alsof hij examen moest doen in de aanwezigheid van een meesterviolist. Rolf kreunde beamende en afkeurende geluiden net zolang tot hij
een oude Italiaan hoorde zingen.
‘Dat is hem, of heeft u nog iets beters!’ riep de jonker een begeesterd.
‘Weet u wel wat deze Guadagnini kost?’ maande de verkoper.
‘In heb vernomen dat oude Italianen uitstekende beleggingen zijn, zou ik hem overigens meteen mee kunnen nemen?’
‘Eh..natuurlijk’ zei de verkoper.
‘Ik heb nu alleen even geen geld bij mij…stuurt u de rekening gerust naar het adres op het kaartje als u zo goed wilt zijn!’
Even later liepen we over straat met de onverzekerde topviool naar de bejaarde Jaguar, onbetaald geluk.
Na acht lessen hield Rolf-Jens het wel voor gezien…de stok streek niet lekker of zoiets?
De Guadagnini slaapt sindsdien in een familiekluis wachtend op meerwaarde.
Waar ik dit verhaal vandaan heb, uit mijn duim? Nee, ik was zijn vioolleraar. Drie keer heb ik een rekening moeten sturen.
Een maal heb ik de Guadagnini mogen bespelen, spontaan stroomden mijn tranen. Zij zong uit zichzelf. Wat had ik jaren gezwoegd om mijn huurviolen een beetje te laten klinken…
Wieland Fonk ( westerse-antropoloog)