Was dit nu de hoofdstad van Oligarchië ?
Het leek alsof er een dikke laklaag over de stad lag die je de adem benam. Zelfs de lege promenades glommen in het zonlicht dat bij nader inzien van een uitgekiende
belichting bleek te komen. Door die verborgen belichting waren er nergens harde scherpgesneden schaduwen te zien. De limousines die er rondreden maakten een knerpend geluid op de lakweg als ze een bocht maakten. Ondanks het noordelijke klimaat stonden hier palmbomen in een zoel windje te wuiven. Een windje dat uit een roestvrijstalen straatrooster woei, de lamellen stuurden de gewenste windrichting aan. Behalve een vage zoemtoon op de achtergrond was er een permanente ruis van iets wat op muziek leek. Beveilingscamera’s maakten geen geluid tijdens het scherp stellen. In de monitorruimte klonk plots een dof brekend geluid, één scherm begon heftig te knipperen. De camera ter plekke zoomde automatisch in op het object.
De zoom was te dichtbij om meteen te kunnen zien wat het was. Een bruin harig object, iets organisch, de binnenkant wit, gebroken in een plas vocht. De robot die normaal voor explosieven werd ingezet ruimde de kokosnoot op. Elke vorm van voortplanting stond hier onder streng toezicht.