Ergonomisch genot

Vanochtend werd ik in mijn slaap verrast. Ik keek slaperig in de loop van een matzwart pistool waarmee mijn zoon van acht mij onder schot hield.

Met een trotse blik zei hij; ‘Net echt hè, een Baretta’
Hij duwde mij het wapen in handen, het voelde vederlicht en handwarm.

‘Voelt goed hè, in de hand?’
Ik kon moeilijk ontkennen dat het lekker voelde, ergonomisch genot.
Hij had het ding geprint op zijn 3D-printer. Dat was dus het vage gezoem geweest van afgelopen nacht. Ik droomde van iets met bijen.

‘Waarom geen Luger of meteen een Uzi?’ vroeg ik.
‘We hadden niet genoeg printkorrels in huis, wel precies genoeg voor een Baretta’ legde hij uit.
‘Wat moet jij nu met een wapen?’ vroeg ik in het besef dat ik hem nu met een vragenvuur moest ontwapenen.
‘Gewoon omdat het kan….en het voelt goed in de hand toch, je zegt zelf vaak; als het maar goed voelt!’

‘Waarom een wapen?’
‘Je moet toch ergens mee beginnen, dat zeg je ook vaak’

Ik word met mijn eigen woorden uitgeschakeld.
Toch nog wat spaarzamer met mijn woorden omgaan, minder munitie laten rondslingeren.

‘Wist je dat er ook zaadgranaten in omloop zijn, handgranaten vol met wild bloemenzaad?’ vraagt hij.

‘OK, doe dat dan maar!’
‘Waarom?’
‘Omdat het kan’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *