Café Safari

Ik ben geen echte kroegtijger of echt geen, maar soms moet je in de grote stad zijn en nodig plassen.
Uit beleefdheid drink je een drankje dat je normaal nooit drinkt in een dichtstbijzijnd café. Op de kruk aan de bar ligt je oor te luisteren…
“Ach, aan elk schaap zit wel een vlekkie, niet dan, van jouw familie moet je het maar hebben,zeg nou zelf. Kom niet aan mijn familie, ze moeten geen rare dingen zeggen over mijn familie, weet je… Het zijn hele normale mensen of waren het, ik bedoel maar, ze waren gewoon heel normaal voor ik geboren was, dat heb ik dan weer van horen zeggen. Er was niks aan de hand tot ik ter wereld kwam, maar opeens klopte er niets meer van of het deugde niet, weet je, nee dat zeg ik. Niet dat er geslagen werd hoor…maar een spanning, ondragelijke spanning, dat wil je niet weten, man. Onderhuids, dubbele boodschappen, dubbele agenda’s, dat hoef ik jou niet te vertellen jij heb zelf familie toch of niet dan? Soms wil ik wel m’n buurman zijn, die heb nooit geen familie gehad, is altijd wees geweest, nooit getrouwd, geen kinderen, lekker rustig hoor, nee het is een hele aardige man als je hem kent. Ik ken hem niet. Kijk en daar gaat het nou om, dat je iemand kent, al is het maar een kennis.”

De stad is een grote familie van kennissen.
Stilgevallen verlaat ik het café en vervolg mijn pad door de jungle van de stad. De echte tijgers blijven, bij de drinkplaats.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *