De dingen lenen onze aandacht om er even te zijn.
Ze hebben geen besef, geen benul, geen weet.
Alle tienduizend dingen bedelen om even met ons mee te mogen leven, hun bestaan is totaal afhankelijk van onze leningen.
Is het dan niet ironisch dat wij ons in de schulden steken om dingen te verwerven? Ons enige kapitaal is het bewuste, een onuitputtelijke bron. We kunnen het ruimschoots schenken aan wat ons mooi, waar of goed schijnt.
