Er is een voorzichtige openbaarmaking aan de gang van mensen die geinspireerd zijn door een mystieke ervaring. Tijdens hun leven hielden ze dat zoveel mogelijk geheim omdat de mysticus in de geschiedenis vaak vervolgd is.
Gekverklaard worden was nog het minste, vermoord worden was de regel.
Van kunstenaars wordt mystiek iets makkelijker gedoogd zolang het maar niet zichtbaar is of wordt geironiseerd.
Piet Mondriaan leefde en creëerde vanuit een authentieke eenheidservaring zo leert een studie van Jan Bor.
Zijn werk is een directe uitkomst van zijn inzicht.
Ook dichter/schilder Lucebert, zo blijkt uit een dikke ‘close reading’ studie van Jan Oegema.
Deze studie blijkt vooral een beschrijving van hoe diverse poezierecensenten al die voorbije jaren om de hete brij heen hebben gedanst. Men blijkt doodsbang te zijn geweest voor die eenheidservaring alleen al om daarmee geassocieerd te worden, want wie het herkent is zelf besmet.
Wat maakt deze studie zo dik?, de angst. Spreken mystici onder elkaar dan hebben ze aan een half woord al genoeg. Een boek over mystiek door een ervaringsdeskundige geschreven is flinterdun. Één ervaring maakt duizenden boeken overbodig.
Voor de wetenschappelijke kerk is het interessant op te merken dat de quantumonderzoekers: Einstein, Bohr, Heisenberg en Pauli zich zeer verwant voelden met mystici, een verwantschap die niet anders kan zijn ontstaan dan door eigen intuitie en directe ervaring.