We hadden een huiselijke buurtdiscussie.
De kat had net zijn derde eekhoorn thuisgebracht, wil je nog koffie?
Kun je met goed fatsoen wel gelukkig zijn als je permanent het leed van de hele wereld op je stoep vindt? vraagt onze buurman ons af.
Ik moet bekennen dat ik heel gelukkig kan zijn naast al het leed, koekje erbij? Mijn buurvrouw begrijpt dat niet, hoe kan geluk en leed tegelijk bestaan?
Ik leg uit dat alle dingen, ook de meest tegenstrijdige zaken, moeiteloos naast elkaar kunnen bestaan.
De buurman zegt niets, bekijkt mij als een verre vreemde, alsof hij mij niet goed kan scherpstellen, die koffie is wel sterk zeg…
Het is volkomen natuurlijk om een vat vol tegenstrijdigheden te zijn, voeg ik toe.
Oog in oog met de dood voel je je het meest intens in leven, erkent de buurjongen die in oorlogsgebied op vredesmissie is geweest.
Misschien was die eekhoorn wel ziek of oud en heeft onze kat het lijden beëindigd, zegt mijn zoon van acht.
Hoe weet je dat? , het is de derde al!
De kat eet de eekhoorn niet op…
In Afghanistan zei men: verhelp alleen het leed op je stoep, als iedereen dat doet lopen we op leer. Wat bedoel je met op leer lopen?
Beter dat ieder mens zijn eigen schoenen draagt dan dat we de hele wereld met leer bekleden, zeggen de Afghanen.
Voor we lijden of gelukkig kunnen zijn moeten we er eerst zijn, is dat eerste zijn niet al een bron van geluk, zonder dat was er geen wereld te ervaren?
Met deze opmerking verwerf ik definitief de status van buurtgek. Bedankt voor de koffie.
In de volgende ochtendkrant staat een opvulberichtje over een virus onder eekhoorns. De kat kijkt buiten gewoon gelukkig.
