De sjamaan wordt als zodanig geboren,
zijn leven is een kosmische reis
om de versplinterde ziel te helen.
Er zijn niet vele zielen, er is maar één ziel in allen.
Zo is er ook maar één dag en maar één mens in de beleving
van de sjamaan die reist door zich te verplaatsen, meestal in dieren,
maar elk ding, plant of god kan hem als ruimtevoertuig dienen.
Voor buitenstaanders lijkt hij knettergek,
hij stort zich voor elke zielsverduistering als een feniks in het vuur,
zonder zekerheid ooit nog te zullen herrijzen uit de zwarte as. Telkens weer moet het onverwoestbare van de ziel zich waar maken.
Heling is het wegspoelen van alle overbodige onzin.
De zeef van de sjamaan heeft zeer grote mazen.
Buiten op het doek van zijn tent zie je de rituele reis naar hier,
vermomd als eigenaardig dier.
