Mankgang

Het leuke van metaforen is dat ze bepaalde aannames blootleggen.
Zo wordt er wel eens gesteld dat we veroordeeld zijn tot het achterbalkon van de trein.
We zouden niet in de toekomst kunnen kijken en slechts waarnemen wat achter ons ligt. De treinmetafoor veronderstelt een richting, we leven vooruit de toekomst in…
Het sluit uit dat we, staande op het achterbalkon ook achteruit kunnen rijden, dus vooruit. De aanname is dat de levenstrein een richting heeft, een voor en achterkant.
Het veronderstelde verleden is er alleen maar als herinnering en verbeelding aanwezig in het hier en nu, zo ook is elke mogelijke toekomst hier en nu actueel aanwezig als potentiële mogelijkheid.
Er zit geen enkele richting in, of het gaat tegelijkertijd alle richtingen uit, wat op hetzelfde neer komt.
Er valt ook veel af te dingen op het idee dat we ons verleden zouden kunnen overzien, elke geschiedschrijving is een van nature een slap aftreksel van deze ongrijpbare, rijke werkelijkheid.

Metaforen gaan noodzakelijkerwijs mank, dat is niet erg , sterker nog daarom zijn ze juist zo geschikt voor om aan te tonen dat elk concept over het bestaan wel mank moet gaan.
In dat mank gaan zit het leven, de speelruimte.
Dit toont weer het principe van ‘de onvoltooide volmaaktheid’ die meer volkomen is dan ‘de voltooide volmaaktheid’.

De eerste trein had slechts één spoor, ze ging van A naar B, en achteruit weer terug. Vooruit en achteruit waren inwisselbaar net als A en B.
De heenweg leek totaal anders dan de terugweg, de terugweg blijkt een totaal andere, nieuwe ervaring, dat wat net nog verleden was en verwerkelijkt zich nu als toekomst.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *