poedelnaakte geest
trekt wat lettergrepen aan
om zich in te kleden
***
klank als kledingstuk
kimono van poezie
hoe mager die geest
***
te grote woorden
broek bungelt slap om geen kont
tien maten te groot
***
taal schijnt spookachtig
gordijn wappert van een zucht
ze verhult puur licht
***
iets schrikt van zichzelf
wat lacht de vlam flakkerend
om dit schaduwspel
***
haikubegraafplaats
doods gebonden in een kaft
lezen herleeft het
***
de geest kleedt zich uit
naaktheid hangt aan een haakje
zelfs stilte valt weg
***