Vindvader

Mijn vader had zijn ogen niet in zijn zak. Altijd wist hij iets te vinden, op straat, onderweg, op het strand. Niet dat hij iets zocht of kwijt was, maar waar hij ook was viel er wel iets te vinden. Iets wat kennelijk gevallen was.Hij raapte het op, nam het mee, maakte er iets van.
In moeilijke situaties vond hij ook altijd iets, een oplossing. Hij zag terplekke hoe het ook kon en fabriceerde dan met wat er toevallig was een reparatie.
Nu heb ik niet zijn ogen, maar wel zijn manier van kijken overgenomen. Door met hem mee te kijken, vanuit vele gezichtspunten. Net als hij hou ik van problemen. Wat is er leuker dan oplossen? Wat is er bevrijdender dan nergens een probleem van maken?
Improvisatie is niets anders dan spelenderwijs dissonanten laten oplossen, ‘foute’ noten naar een harmonie leiden.
Zonder foute noten ontstaat er geen muziek, je krijgt wezenloze New-Agemuzak. Improviseren betreft niet alleen muziek, het strekt zich uit in het hele bestaan.
Soms zie je binnenhuisarchitectuur met een perfect design,
geen vlekje, geen kleur die vloekt, geen onvertogen woord.
In zo’n interieur zou ik best wel dood gevonden willen worden, zolang ik er maar niet in hoef te leven. Een ambiance die af is is dodelijk vervelend.
Op zondag stonden wij wel eens voor het raam te kijken naar de keurig getemde kerkgangers. De vaste burchtkerk stond prominent in ons blikveld. Een toevlucht voor de zijnen.
Mijn vader zei dan achter de vensterbank met de bloeiende Christusdoorn: “Kijk, daar gaat de Stalen Jezus “, knikkend naar de voorbijschrijdende dominee. Ook dat vond hij.
Een mooi vertogen woord om de harmonie van de zondag wat leven in te blazen.

1 thoughts on “Vindvader

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *