Elk verhaal fietst door de taal,
langs bosschages van metaforen,
over bruggen van hyperbolen,
onder tunnels door van ironie.
Elk verhaal fietst een andere route,
door afgelegen gehuchten van geruchten.
Dwars door dichtbevolkte steden vol
overtuigingen en afgekloven zinsneden.
Over woordweggetjes rijdt het verhaal,
de rode draad volgend naar de eindpunt.
Haar wielen denderen over de klinkertjes,
medeklinkers rammelend als losliggende tegels.
Onderweg krijgt dit verhaal hier een lekke band,
door die scherpe komma op deze letterlijke weg.
Het verhaal staat even stil bij dit oponthoud,
na het plakken en weer oppompen fietst het verder.
Hier ligt het verhalenweb klaar van taalgeweven wegen.
Een verbale plattegrond van alle zinnen ooit…geschreven.
Vlakbij de eindpunt stuit het fietsen op een rivier of zee
Het verhaal kijkt reikhalzend uit naar een veerpontje of zo…
Niemand weet hoe het verhaal nu verder fietst.
In de bovenkamer van menige lezer staat een hometrainer.
Het verhaal verleidt de lezer tot luchtfietserij naar waar dan ook…
De lezer moet zelf maar kijken hoe hij weer thuis komt.
“Stil…kijk daar nu!..midden op het rijwielpad staat een gazelle…
mag in geen enkel verhaal ontbreken…het beste paard van staal,”