Zwammerschap

De zwammen der poëzie
zijn wondere vruchten
van een mysterieus
netwerkend ondergronds
geschimmel
de ware zwamneus
besnuffelt
het hoedje, de plaatjes
plukt en proeft
of ze wel het goede gif bevatten
om liefst op het randje
van de dood
beter te hallucineren
dan de gangbare waan
die werkt als slaappil
voor het comatueuze
voortbestaan
binnen en buitenzinnig
van euforisch genot
schopt de paddofiel
de mooiste boleten verrot
zo bewijst men vruchtbaarheid
de beste dienst
door excellente verspreiding
van sporen

Trofee

Faaljagers schieten
in de lach
vooral
als ze lukraak
precies missen
en feilloos
zuivere zuurstofjes
in de hemel raken
elk hagelloodje
in de roos
vallend ten prooi
aan pathetisch
medelijden met zichzelf
alsof ze mannelijk
zijn geslacht
teruggebracht tot een buks
van gebakken lucht
ziet de faaljager
de grap die zich
achter elke struik
slaplacht
van ontsnapt geluk
de enige trofee
is zijn laatste zucht

Frontbericht

De gekwetste grootmacht
zet ezeltjes en stepjes in
om een oorlog te winnen.
De wedstrijd in sterven,
omdat men zo stervensveel houdt
van het land waarin begraven wordt.
De huurlingen mogen marcheren
door een gaspijpleiding
om vijanden met hetzelfde DNA te omsingelen…
Probeer het maar niet voor te stellen.
Hoe komen ze aan de andere kant de pijp uit?
Arme ezeltjes…
Hoe voorkom je dat ze onderweg gaan balken?

Radiofantoom

De aanname dat bewust zijn in hersenen te vinden zou zijn
is net zoiets als musici zoeken binnen een radiotoestel.
En als er geen musici zijn gevonden daaruit concluderen:
dat de muziek dus eigenlijk niet kan echt bestaan,
het zullen wel fantoomklanken zijn.
Hersenen worden aangetroffen in bewustzijn en niet andersom.
Sterker nog, al het kenbare wordt pas dankzij bewustzijn kenbaar,
wat het ook is…van het meest ‘banale’ tot het meest ‘verhevene’.
Bewust zijn zelf moet dus wel zowel het meest banale als ook
het meest verhevene zijn, basaal en transcendent.

Kweekvlees

Na zijn debuutroman ‘Kweekvlees’ , kon Victor Smulgers riant leven van zijn succes. De pageturner over het overbevolkingsvraagstuk zette het debat op scherp over wie er zoal overbodig waren. Herdruk op herdruk, filmrechten verkocht, vertalingen wereldwijd. Smulgers kon voorgoed op zijn lauweren rusten ware het niet dat hij voor van alles gevraagd werd.
Als presentator, als zanger, als quizmaster, als politiek commentator, lijstduwer voor een politieke partij…
Hij bleek als deskundoloog van alle markten thuis.
Toen hij van alle smaken geproefd had wilde hij nu eens echt zijn passie volgen, Food & Wellness. Hij opende ‘Brasserie Smulders’ waar hij louter voorgerechten liet serveren voor zijn bekende medelanders. Via een lifestream kon het gewone volk van volgers getuige zijn van het savoureren van de meest exquise amuses, verdwijnend in door naam en faam beroemde monden.
Inmiddels had het boek de status van musical bereikt.

Palazzo

De voorgevel pronkte voornaam.
Een pui om te bewonderen, om je in te palmen.
Alleen als je bovenop het dak stond zag je
dat het monumentale pand aan de achterkant
een archaisch uitzicht bood op een wijdse riviervallei.
Er zaten alleen geen ramen in de achtergevel.
Het pand was blind in haar rug.
‘Aan de achterkant wonen geen mensen’ ,
hoorde ik mijn dode moeder prevelen als ze voor de spiegel stond.
Tijdens de afdaling in de vallei lag er in het wild gestort afval en puin te wachten op overwoekering. Het leven aan de voorkant had geen windeieren gelegd. De schoorsteen had heftig gerookt.
Of wij hem maar even wilden vegen.

Woordbrood

Taal stelt zich heel wat voor:

Stel, je trekt netjes het woord broek aan
maar je loopt wel mooi rond
in je blote kont…

Of stel, je eet het woord brood,
zaagt er met het woord mes
het woord boterham van af.
Deze woordplak brood lijkt meteen besmeerd
en belegd met de woorden boter en ham.
Je eet de woorden, ze zijn onkauwbaar,
smaken niet, voeden niet..

We talen basaal niet naar taal
maar naar het onwoordelijke
dat bezintuigt.

Godscheppelijk gesproken

Het scheppen van een god
viel achteraf toch nog
helegaar niet mee…
daar kwam evenzogoed
nog heel wat bij kijken.
Alleen al zo’n alziend oog
vroeg om het grootschalig
delegeren van waarnemend
vermogen…
Zelfs zandkorrels, bergketens
en water moesten eraan geloven,
om maar een paar dwarsstraten
te noemen,
kortom de hele bliksemse boel
moest op de scheppende schop
om als de donder
met enig rudimentair benul
te worden begiftigd,
want zonder dat…?

God mag weten wat…

Geen klusje dus voor
een loze zondagmiddag
die lege dag des here.
Vergeleken hiermee
was de toren van Babel
slechts ‘n peuleschil.

Vlieg

Vertel lezer,
dierbare medeplichtige,
vlieg op het behang…

hoe lang schaduwt u al,
als anoniem spion
dit beschreven wezen ?
Waar begon uw eigen
allereerste ervaring
en waar eindigt deze?
Elk op ditzelfde
uitgelezen moment,
als leegte zo evident?
Het geheim is dat
er geen geheim is
dat zichzelf niet kent

Roemtol

De opgegraven urn staat als coryfee
op ‘n voetstuk, asresten uit haar
buik zijn als compost verstrooid…
musea noemen haar: oud antiek
artefact uit ‘n zoveelste dynastie
inwandig verlangt ze authentiek
naar de voorouderlijke rivierbodem,
verzonken klei in amorfe inertie
herinnert zich  ‘t teder wrede kneden,
rondtollend in natte handpalmen,
dan nog die glazuren vuurzeehel
en nu ten toon staand, luxe vernedering
Welke suppoost loopt haar omver…
brengt de schaal van Richter redding?
Wie vermaalt haar scherven tot stof,
wat brengt haar thuis in de bedding
om weer vloeiend zijn te verwerven?