Oftalmologica

Voor James Finlayson en Groucho

Twee matige ogen zien niet meer
dan 1 goed oog.

Schele ogen zien wel degelijk
meer, maar niet beter.

Het geestesoog ziet het best
in de meest duistere nacht.

Voor geestesogen bestaan geen
helder ziende brillen.

Er zijn blinden met een vlijmscherp
geestesoog, die bovendien ook nog
eens beter luisteren, beter ruiken etc.

Er zijn zienden die niet bewust zijn
van het geestesoog, ziende blind
lopen ze zonder blindegeleidestok.

Het geestesoog zelf laat zich liefst
leiden door een blinde hond aan het
dunne lijntje van blind vertrouwen.

Bagagedrager


Achterop de fiets
van de herinnering
rij je het verleden in
over wat weg is

De weg loopt af
als leidend naar een dal,
moeiteloos rolt de fiets voort.

Spiralend zoef je naar beneden
langs gestolde gebeurtenissen
langs de kant aangemoedigd
door vlaggetjes van betekenis.

De aankomst blijkt
het laagste hoogtepunt:
de fameuze vicieuze nul
cirkelend rond het beeld
van de legendarische duim.

Een vreemde herkenning:
is dit niet de duim die ziet
dat alles goed is?

Is dit niet waar alles
gulzig en toegewijd uit
tevoorschijn is gezogen?

Je springt van de bagagedrager
en dankt de goddelijke duim
op je blote knieën…
met het stil verzoek om eeuwig
verder te mogen zuigen.

na het gebed sta je op,
de fiets blijkt verdwenen
in ‘n fietsvormig vacuüm
en je ziet dat het goed is
om nulpunt te zijn

Snoepdader

“Ik schrijf u deze brief om mijn excuses
aan te bieden en een fout te herstellen
die ik in mijn jeugd heb gemaakt”, zo
begint de brief. “Toen ik een kleine
jongen was, heb ik een handvol snoepjes
gestolen uit uw tabakswinkel. Het spijt
mij dat ik van u heb gestolen en ik wens
het beste voor u, uw dierbaren en uw
bedrijf.” De brief is niet ondertekend.

Dit briefje kreeg eigenaar Alexandre Consalves d’Oliveira
van een Franse tabakswinkel in het dorp Uzès.
Een briefje van vijftig euro was erbij ingesloten.
Hij dacht eerst dat het een grap was,
maar het geld bleek echt echt…
Alexandre is natuurlijk erg benieuwd naar
deze uitzonderlijk rechtschapen dader.
Hij hoopt dat deze zich alsnog eens bekend zal maken.
Maar zolang niemand zich meldt zal elke klant
die de winkel bezoekt een potentiële verdachte zijn
in de ogen van D’Oliveira.
Het geld heeft de winkelier eerlijk verdeeld onder
zijn drie dochters.
Denk je eens in dat zo’n futiele snoepgoedmisdaad
zolang aan de jongen geknaagd heeft dat hij dit wel
moest rechtzetten om verder te kunnen leven.
Is het niet een schoolvoorbeeld van gewetensontwikkeling
dankzij een misdaad? Verdient dit geen navolging?
Spreken we hier nu van een slechte misdadiger
of juist van een goede misdadiger,
een voorbeeldige crimineel?
Ik hoop voor D’Oliveira dat de man zich alsnog
laat kennen zodat hij de gerehabiliteerde dader
nog 1 keer gratis uit de snoeppot kan laten graaien.