Mamaizena

Met jeugdige weerzin zag ik moeder met krulspelden weer eens andijvie doodkoken…met maizena. Volgens Ma werd de groente dan mooi gebonden. Ik begreep dat nooit, gebonden, waaraan dan Ma?
Ik hield niet van de bittere nasmaak van andijvie…en daarna de gele vla.
Omdat ik als achtjarige toevallig een zwart plastic boerderijvarkentje op zak had besloot mijn hand om het varkentje in de pangehakte andijvie te werpen terwijl moeder het pakje jus met ingrediënten aandachtig in water oploste.
Voor ik het wist had mijn hand
gehandeld…voor welk nut?
Met heimelijk genoegen zag ik het boerderijdier wegzinken in de borrelende groenteprut.
Na deze onvoorziene actie trok ik mij stil terug in de huiskamerkast onder de trap waar ik materiaalonderzoek deed bij kaarslicht.
Daar plette ik op de schoenleest van mijn vader elk materiaal wat ik vond, waaronder ook plastic boerderijdieren die dankzij het pletten soms wel vier keer zo groot uitzetten. Ik zag dat destijds als vooruitgang uitbreiding en verbetering.
Terwijl het avondeten naderde vroeg ik mij af waarom mijn hand zoiets deed en hoe ik het moest uitleggen als het varken de kop op zou steken. Ik kon geen alibi bedenken. Was het overmacht of zelfverdediging?
Zou het varken smelten in de andijvie of zou het overleven?
Mijn spanning liep hoog op tijdens de maaltijd. Ik at met lange tanden van de gebonden groente.
Tot mijn vader na een flinke hap opeens het varkentje uit zijn mond toverde en quasi verrast riep:
‘Hoe kan dat nou, hoe komt dat beest nou de andijvie terecht?’
Niemand wist het. Het varken werd op de pandeksel gezet. Hij was niet van vorm veranderd hetgeen mij het bewijs leverde dat honderd graden koken niet opkan tegen honderd hamerslagen.
Een mijlpaal in mijn onderzoek , missie geslaagd. Dat hadden mijn handen toch goed gezien…
Later die week sloeg ik het varkentje alsnog plat. Het veranderde in een plat grijs gedrocht, waar het kaarslicht een beetje doorheen
scheen.

Residu

Je shopt wat rond
in je eigen prehistorie
ook al ben je niet meer
van steen of van gisteren.

Van moetende moderniteit
moet je weinig hebben want
fluks mee in de vaart der volkeren
was nooit echt ‘jouw ding’

Zo winkel je door de kring-
loop der dingen en merkt op dat
ze hier alle verzamelingen
al hebben, dat niemand
op jouw huisraad te wachten zit.

Zelf heb je ook niks
nodig, dat geboodschap
is slechts slechte gewoonte
een archaïsch residu
uit het Perm of Krijt

Onverrichterzake kom je thuis
in je leeggestolen huis

Je bent totaal uit de tijd

Mander

Mijn eerste dier dat ik mee naar huis nam
heette salamander. Ik had hem gevonden
in de onderwaterschemerwereld van de rietkraag
onder de brug waar ooit een munitiedepot was ontploft.
Ik meende hem een dienst te bewijzen door hem in onze
goedverwarmde etagewoning onder te brengen.
Hij kwam op mij nogal eenzaam over in die koude sloot…
in mijn ogen kon hij wel wat gezelligheid gebruiken.
Ik sprak bemoedigende woorden tegen hem,
maar hij zei amper iets terug, een verlegen type.
Mander was donkerbruin als de modder waarin hij zich verscholen had
hij voelde en bewoog zo vloeibaar als water.
Thuis zette ik hem in een glazen vaas met vers kraanwater op de vensterbank
met uitzicht op de binnenplaats met geparkeerde auto’s.
De volgende ochtend vond ik hem hard en droog
vastgekleefd aan de c.v-radiator.
De luxe vaas en het uitzicht hadden hem niet kunnen bekoren en was
daarna kennelijk op onderzoek uitgegaan.
Bedroefd regelde ik een staatsbegrafenis
voor mijn timide vriend vlak naast de rietkraag.

Jaren later mocht ik onverwacht bij vage kennissen logeren.
Het werd mij voorgespiegeld als een buitenkansje
waar ik geen nee tegen kon zeggen. Tijdens dat verblijf
werd ik regelmatig herinnerd aan mijn uitgedroogde vriend.