Ziezozeezijn

hoe ‘n luchtbel
drijvend op ‘n plas
ooit als eerste cel
aan belichaamd bestaan begon,
in de branding het schuim
van talloze cellen

hoe zo’n bel
als eerste oog
deze hele omwereld
in zich zelf weerspiegeld weet

‘n eerste kloppend hart
van golfslagen

euforische ruis op zoek
naar ‘n eerste luisterend oor

waaiwind tomeloos vorsend
naar lege longen

en één, éne ziel
die alles begeestert
in deze zeeën van mogelijk heden

zo geestig lacht het zijn
zich tot niets, niets zonder reden

(Beeld: aBiogenesis van Markos Kay, bron: Colossal)

Lees verder

Fabel van de Steen

Er was eens ‘n steen,
met een gat erin
dat groter was
dan de steen zelf.
De vorm van de steen
was gelijk met de contour
van het gat
dat haar van binnenuit
hermetisch had omvat.
De steen bezat ook nog eens
een kleur, die in de verste verte
op geen enkele andere kleur leek,
maar niet van echt te onderscheiden was.
Het soortelijk gewicht was zo licht
dat de steen amper schaduw wierp,
alsof ze transparant was.
Wie deze steen nooit met eigen ogen zag,
kon zich er geen voorstelling van maken.
Desondanks of dankzij?, was dit een steen
om nooit te vergeten.

Op de kaalte van dit onvoorstelbare
kunnen nu gedachten groeien als haren.
Gedachten over hoe, wat, waarvoor,
hoezo, waar, waarom, welke gek verzint zoiets?
Deze gedachtenharen zullen in de war raken,
men zal ze vergeefs willen kammen, bijknippen,
watergolven, permanenten, vlechten,
modelleren tot een coherent kapsel.
Alleen een tondeuse zou uitkomst bieden
of plotselinge haaruitval.