
Wie schreef bleef, dacht men vroeger vergeefs.
Slechts het onvergetelijke bleef na al wat ging…
Wie weet nog wat er voorgoed verdween?
De weemoed van het niet weten.
Een vergeten verlangen naar…
je weet niet wat.
Teksten worden geschreven om veilig te kunnen vergeten.
Nalezen kan altijd voor wie de ziel koestert.
Schrijven legaliseert ‘het grote vergeten’,
zo dat staat zwart op wit…onthou dat goed
of probeer het te vergeten.
Vergeten te schrijven is nog beter…
Het onvergetelijke heeft immers geen geheugen nodig…
het staat in de ziel gegrift en kan zich elk moment als actueel manifesteren,
als hetzelfde ei dat iedere keer weer opnieuw gelegd wordt
en waar steeds iets anders uit komt.
Het geschrevene is vaak een van zich afgeworpen beeldenstorm
en soms een vlinderjacht door het luchtledige op zoek naar iets…
zeldzaams, zelden is het een getuigenis van wat wezenlijk is.


