Doos

Kijk, dit is nu een kartonnen doos,
ze lijkt zo leeg van inhoud.
Niets heeft ze in zich…
niks eigens behalve zichzelf.
Kartonachtig van kleur wasemt ze
geur van beenderlijm uit.

Bij haar hoekflap is haar huid uitgescheurd…
onderliggend golfkarton ligt duidelijk bloot.
Zelfs door de opperhuid heen voel je de ribbels.
Alsof ze buiten in de regen heeft gelegen
en daarna weer is gedroogd in wind en zon.
Ze zou ook van klei gemaakt kunnen zijn…
dan zou het een knap nagemaakte doos zijn,
een kunstdoos.
Om deze zinsbegoocheling na te gaan
probeer ik haar aan te raken…
maar hoe diep ik ook tast
nergens raak ik haar huid.
Deze doos blijkt echter
bij nader inzien
denkbeeldig…

Deze doos bestaat helemaal uit taal,
ook staat ze niet op een bodem,
die is eveneens denkbeeldig.
Deze doos neemt geen enkele ruimte in.

Ik vertrap nu het woord;
‘Doos’
met de woorden;
‘Mijn Voeten’

tot ze zo plat is
dat ze makkelijk
door de gleuf
in deze
p a p i e r b a k
van 9 letters
past.

Steengeest (4)

Mijn beste vriend Steen hoort stemmen
in zijn geest van bergkristal, soms luister
ik onwillekeurig met hem mee,
vanwege eendere golflengten:

…Noem eens iets…wat los van geest te ervaren is…
Kan er iets verschijnen …zonder geest?…
Deze vraag kan niet eens worden gehoord…
Hoe zou er zonder geest een antwoord kunnen verschijnen…
als alles verschijnt dankzij geest…
het meest geestige gegeven in dit leven…

Noem maar eens wat op…
Wat er ook opkomt…het is een levend bewijs…
dat het in geest verschijnt..
het elastiekje, de zonverduistering, potloodstompjes,
het snode plan, het boterhoofdverwijt, het regenplasje,
de scheerkwast, de krentenbol, het paard achter de wagen,
het journaal, het slimme ideetje, de schaduw op het behang,
al wat je wenst en niet wilt, de reklamefolder, de wiskundige formule,
de deuk in het pakje boter, de virtuele datawoestijn, de mastodont,
de lantaarnpaal, de horizon, de Grote Beer, het pijntje hier, het pijntje daar…
het microscopische pantoffeldier, de slurf van de olifantast…

Hoe zouden al deze ‘dingen’ kunnen bestaan…
zonder geest die ze opmerkt…
en tot leven wekt in directe ervaring?…
Wat of waar zouden deze letters blijven…
zonder tenminste 1 geestige geest die deze letters leest?
Meest geestig is dat het zichzelf niet kan ontkennen,
elke poging daartoe is al een erkenning…een feest der herkenning…
elke adem…in en uit…elke indruk…elke uitdrukking…

Steen rust luisterend in mijn hand…
als de stemmen verstommen…
en stil aan de geest geven…

Fabel van het Grijze heldendom

Wolf had het inmiddels wel mooi verbruid
in het schaapachtig & wollig meningencircus.
Meneer vrat al ruimschoots halve kudde opinies
in vredige weiden, de strotjes doorgebeten.

Binnengehaald als held werd hij verrader
binnen het natuurloze beschavingsreservaat.
Wolf werd verweten geen veganist te zijn,
geen schaap in wolfskleren, maar een dader.

Nalatigheid is ‘n erg onderschat wapenfeit,
want is het niet ook al aardig heldhaftig
om iemand niet te vermoorden, zoals Haas
gewoon is te doen, kauwend op zijn halm.

Dat laffe hazenhelden louter halmen vreten
mag toch geen rol spelen, Held Langoor
verbetert deze wereld echt door daadloos
en zelfbeheerst in zijn leger lui te talmen.

Soms is zuiver nietsdoen onovertroffen,
het leverde aan de lopende band naamloze
helden op, die op sokken en sloffen wonnen
van moedige daders die vele offers slachten.

Het zijn vooral hazen die de wereld verzachten,
ze zijn nalatig en laten het werk onbegonnen.  
Nu begrazen Waapscholfen de vredige velden    
en huilen blatend naar de maan als lamme helden