Dode apparaten

Dode apparaten ‘praten’ gezellig &
draadloos met elkaar over: wat al niet.
Contactloos zenden & ontvangen ze
berichten als volleerde telepaten.

Zelfs kleinste deeltjes schijnen het
instant te ‘doen’ op enorme afstand.

Als ‘dode’ materie dit kan, waarom
zou levende materie dit niet kunnen?

Of is dode materie zo dood nog niet
en in staat zichzelf innig te kennen?

Geest als de meest verfijnde materie,
materie als meest grofkorrelige geest.

Stel je voor: materie met één basale
intentie om zich te willen vormen tot…

Natuurkundig is dit vloeken in de oren
van subjectief duidende objectivisten.

Hun koele observantenblik spuugt vuur
zodra je geest & ziel in het spel brengt.

Zo praten apparaten gezellig & draadloos
met elkaar. Als mensen dat ook mochten…

Of mogen ze pas als ze dood zijn, verklaard?

Uitgelekt

Zijn eerste gedicht
was meteen ook het
laatste

Het werd niet gedoogd
door de taaltucht
maar geducht
buiten zicht, ontplaatst

Ze zou gedrocht zijn,
even had hij gedacht
dat ze mocht

toen werd ze gedaagd
verdacht van ….
de gracht in & de taal
uitgejaagd

nu is ze opgedregd
en verheugd
te drogen gelegd

ze was nimmer ‘n gedicht
maar meer een gedeugt
(min het lekgewicht)

Beurse notities

Het mooie van poëzie….

(wie weet wat het is
mag het roepen
in de natte woestijn
van de mondholte)

het mooie is dat…
(hou even op met dat geroep)
dat niemand hier van kan leven

men kan er hooguit
voor willen sterven
uit liefde voor…haar

haar zingende ziel
die zacht ruisend
aan alle wilgen hangt
en geen enkel blad
voor de mond neemt

ze kan niets corrumperen,
er is immer geen marktwaarde,
nimmer ‘n winstoogmerk,
wie of wat zich ook beursnoteert.

(zijn we nu uitgeroepen,
dan is het toch ongelooflijk
wat het allemaal niet is…)

het blijft speculeren
met twijfelachtige voorkennis.

Pastiche-Fabriek +++++++

De hond lijkt niet op zijn baas, meer
op Friedrich Nietszche, hamerfilosoof
met zijn epische depri-snor, ‘Alzo blaft
Waffa Woefstra’ fel tegen elk bijgeloof.

*

Elke kwaliteit is tevens een valkuil.
Ik doel dus niet op de twee roofvogels,
maar ‘t vermogen overal iets anders in
te zien: stoofschotels of sloopkogels.

*

Stront is niet onwaardiger dan goud,
wel wat minder hard en minder karaat.
Het blinkt nooit, maar stinkt als oud
geld, naast humor ligt ‘t vaak op straat.

*

Het AvoiDanceFestival bestaat uit pure,
secuur dansvermijdende bewegingen,
die natuurlijke gebaren als ‘no go area’
ontwijkt, choreografische ontregelingen.

3 kleuren stront

1) Als kleine jongen in het vooroorlogse Rotterdam bracht mijn vader soms in ‘n oude krant verpakte boterhammen naar zijn oudere broer die bij de riolering werkte.
Het leken net grote zwembaden.
De enorme bassins waar alle strontkarren van de Maasstad in werden geleegd. Grote broer zat dan tussen de middag te wachten, met zijn benen bungelend over de rand van het ongenadig stinkende reservoir.
‘Leg daar maar neer op de rand,
ik heb nog vuile handen’, had hij gezegd.
Even later werkte grote broer met smaak het pakketje weg in zijn broodmolen.
Of hij zijn kolenschoppen had gewassen kon Pa zich niet meer herinneren.

2) Als mijn moeder kritiek te verduren kreeg riep ze vaak, ten hemel schreiend uit:
‘Ach, je wordt toch altijd door een strontkar overreden!’
Dat een strontkar soms terechte opmerkingen kan plaatsen ging er bij haar niet in. Dus ook al was je als kar nog zo stronteerlijk, je was af-geserveerd.
Zoals in dat aftelversje:

Onder de brug van tante Mie
kun je schijten voor een spie
en als je dan geen spie betaalt
wordt je door de stront gehaald
A, F, AF!

‘En daarna piest er nog een engeltje over je tong’, voegde mijn vader soms toe.

3) Mijn ongelovige vader wist heel precies hoe de hel eruit zag. Het was een plek waar je met z’n allen tot je nek in de stront stond en waar Magere Hein op elk onverwacht moment met z’n zeis over heen maaide, al roepend: ‘Even bukken jongens!’

De zin van het leven is dat je het kan navertellen als iedereen alvast naar de zevende hemel vertrokken is.
Tenminste, als je zin hebt om te vertellen…

Recensie: ‘The Final Fix’

Wat te dichtbij is valt altijd buiten het gezichtsveld. Het is te evident om te worden waargenomen. Dit is tevens een adequate beschrijving van elk openbaar geheim…

“Stel nu eens dat de hele problematiek van de mens en zijn vernietigende invloed
op zijn natuurlijke leefomgeving maar op één wijze kan worden opgelost. En stel:
dat deze ene oplossing betekent dat de mens zichzelf oplost in de natuur die hij is.
Het zou erop neerkomen dat de mens niets meer doet en zich afstemt op de eigen wezenlijke natuur, waardoor hij opgaat in zijn eigen natuurlijke omgeving….”

Dit is de introductie van het boek: ‘The Final Fix…solving as a solution’ door
Jay D.Messinger socio&antropoloog, Universitypress. In de wat wonderlijke Nederlandse vertaling: ‘Niets Doen is een Optie!’, komt dit najaar uit.

Messinger is de initiator van het Passive Activism en staat voor een visie dat alles wat de mens denkt te verbeteren juist de kern is van het probleem. De aanname dat er iets verbeterd moet worden haalt Messinger genadeloos onderuit.
Hij voert de hele verkrampte neiging terug op doodsangst van de mens, het willen vermijden en elimineren van risico’s (zie de verzekeringscultus) ,het zich willen bewapenen (zie de oorlogsindustrie), het zich willen verdoven (zie de medicijn, drugs en psychofarma- industrie). Messinger legt het evidente verband tussen angst en verdienmodel in het hoofdstuk: Onze Angst-economie, die mensen verleidt tot het vermijden van de meest basale ‘ongewenste’ emoties. De natuur moet dwangmatig worden beheerst, ingeperkt en beheerd, maar dus ook de menselijk ‘natuur’.
Het boek is rijk geïllustreerd met voorbeelden die aantonen dat de natuur het beste gebaat is door zorgvuldige verwaarlozing…’careful neglectence as a solution’
De natuurlijk balans zal zich vanzelf herstellen als de mens niet meer ingrijpt in elk natuurlijk verloop.
Vooral ‘Natuurbeheer’ en management in het algemeen moeten het ontgelden.
Passive Activism moedigt mensen aan zich terug te trekken. De denkbeeldige grip op de natuur los te laten. Zichzelf te beperken als beheerser en beheerder van….
Natuur vraagt niets van de mens, dan zorgvuldige verwaarlozing.
Volgens Messinger’s visie hoort natuur vrijelijk voort te woekeren…
Lees dit urgente boek, het Engels bevat wel veel sociologisch jargon, wacht anders op de Nederlandse uitgave. Of begin gewoon alvast met niets te doen.

Uiteraard is er de platte cynische kritiek die domweg stelt dat de oorspronkelijke natuur er domweg niet meer is, en wat er nog aan groenstroken van over is dient te worden aangestuurd, dwz. platgemaaid. Na lezing dit boek mag duidelijk zijn dat deze mensen ziende blind zijn en door doodsangst worden geregeerd.
Niets doen is een optie. En wellicht de meest realistische en effectieve.

The Phonetics

Weffol biede ree fol bedde 3x
Neffe kowe weej voreffe konne zee
Fotstu medde sanni wedde fodde bedde…

Deze tekst op lukrake melodie blijft nu al dagen in mijn hoofd hangen als een dierbare oorwurm, waarom weet niemand. Het is afkomstig van de langharige cultband ‘The Phonetics’ uit de jaren 60. Hun bekendheid werd bemoeilijkt omdat hun naam bewust steeds anders & verkeerd werd gespeld op affiches:
Du foonettix, Thufeaun Ethics, Devoon at X.
De groep bestond uit louter dyslectici met een overrompelende muzikale fantasie en dito tekstbehandeling. Hun teksten (Ivan Hilly) waren pure klankpoëzie, maar dan zonder de Dadaïstische Kunstpretentie.
Ze hadden de ongewone gewoonte om elk concert de nummers van de plaat anders te spelen, iets wat in de popmuziek eigenlijk onvergeeflijk is. Het publiek moest tijdens het concert zelf maar actief op zoek naar herkenbare noten van de songs die alleen op plaat in een coherente vorm grijs gedraaid konden worden. En dat grijsdraaien gebeurde ook, op grote schaal want het was ontegenzeggenlijk de meest fantastische muziek. Andere popmuziek stak er maar schraaltjes bij af, waar clichématige deuntjes in 3 minuten 40 keer herhaald werden alsof het doel een openbare hersenspoeling is.
Zo niet bij the Phonetics, die speelden alles ‘at random’ in de vrije geest van het moment.
Ze brachten helaas slechts een aantal zeldzame & iconische platen uit die alleen nog antiquarisch te vinden zijn. De producers van platenmaatschappijen werden helemaal gek van deze gasten:
Pete Wallstone: drums en mixed media, Kevin Kowalsky: keyboards en tambourine, Burk Hawkings: vocals en guitars, Will en Ivan Hilly: lyrics, backingvocals en randomized moving around.
De heren zijn inmiddels hoogbejaard en onbehaard. Wie kent ze nog en hun vergeten nalatenschap?

Pastiche-Fabriek ++++++

De wereld vergaat op eigen kracht,
ze heeft onze hulp echt niet nodig.
Men biedt graag de helpende hand,
Men voelt zich niet graag overbodig.

*

Verwendheid is ‘n luxueuze vorm
van verwaarlozing, luxe houdt zoet,
aan ‘t lijntje en voor het lapje met
surrogaten, doekjes voor het bloed.

*

De moderne mens vreest te stinken
als ‘n beest naar angstige zweetgeur.
Urine, muskus, walvisbraaksel,bever-
geil pureert hij tot een verfijnd odeur.

*

Als ‘t eilandje van onze kennis groeit,
groeit de kust van wat we niet-weten
steeds omvangrijker, elke verklaring
geeft verse raadsels om op te meten.

Pastiche-Fabriek +++++

Afwezigheid van bewijs is
geen bewijs van afwezigheid.
Hoewel ruimte zichzelf aantoont
als absentie die gestaag uitdijt.

*

Wat nu als natuurwetten gewoon
ingesleten gewoontesporen blijken
en spontaan kunnen evolueren
om naar ‘t onmogelijke te reiken?

*

Materialisme rijst op uit pure geest,
haar bouwsteen is geestig van aard.
Dit is een droogkomische kosmos
die onbedoelde humor openbaart.

*

De grap van objectiviteit is dat ze
altijd door ‘n subject wordt belicht.
Helemaal als ‘n mens zichzelf beziet
is ‘t concept van ob & sub ontwricht.