Maand: juni 2021
Babeltalen
Als laatst ontvankelijke blijft woestijn
die naar geen enkele definitie luistert.
Valt er op ‘t meest verse moment
werkelijk nog iets echts te zeggen?
Dat stilte zonder enige handeling
zacht ophelderend werk doet?
Groeit men aan tot een uitgesproken
meerderheid van eenlingen
die ooit riepen in door Babeltalen
verdoofde schijnwoestijnen,
nu verenigd tot zwijgzame zwerm,
overwinterend buiten de muilkorven
nimmer piepend in het ondergaan
van dat wat in staat is te overstijgen.
De kwekers
Hij was als buitenkijker geboren. Op school keek hij steevast uit het raam naar het schoolplein waar bladeren in krinkeltjes rond dansten in de herfstwind…dat kwam hem voor als het meest geheimzinvolle. Daar danste het leven in het wild, dat had niemand hem geleerd, dat werd moeiteloos begrepen. Dat wilde, dat wilde hij. Een schoolklas fungeerde goed als broeikas om kinderen tot kasplantjes op te kweken. De kweker voor de klas wist elk spontaan natuurlijk gedrag weg te snoeien om te voorkomen dat het gewas vrucht zou gaan dragen.
Het echte leven speelde zich buiten af, niet alleen buiten maar ook buiten de bestaande paden, buiten de efficiënte snelwegen naar maatschappelijke doelen die zelden het belang van het gewas dienden. Voortplanten was zelfs geen doel, dat was een biologische gewoonte… een neiging waar men ook vrij van kon zijn. Het innerlijke mysterie kende hij van buiten, daar konden de kwekers niet bij. De wonderlijke bloei van binnen kon niemand plukken of snoeien. Het trok alleen onvoorstelbaar vreemde insecten aan, die terloops al nectar proevend aan kruisbestuivingen deden die tot wildgroei leidden.
‘Wie zat hier nu op te wachten?’ , werd een keurmerk van bestaansrecht.
