Terlopig

Het was alsof je zittend in je leunstoel
even snel via de achterdeur bij je eigen
voordeur aanbelde en je daarna weer
snel nestelde in je stoel…tringtring…
leek het dan te klinken, je oren spitsten
zich vanzelf. Wie zou dat nou wezen?
Vol verheuging liep je naar je voordeur
die nog op het nachtslot zat. Je opende.
Er stond niemand op je stoep. Even keek
je nog om het hoekje of daar niet………..
Je vroeg af wie…? En hoe je hem of haar
kon betrappen. Je besloot het anders aan
te pakken. Als een terloopse voorbijganger
liep je door je eigen straat en belde aan bij
je voordeur…zo gezegd zo…maar helaas.
Er werd niet opengedaan. Je hield echter vol.
Na herhaaldelijk aanbellen besloot je de deur te
openen, hij zat gelukkig niet op het nachtslot.
Joehoe, riep je. Niemand thuis. Je voelde je
bekeken als een indringer toen je die lege leunstoel
zag en je vertrok enigszins beschaamd. Pas nadat
je het had opgegeven kwam spontaan de hele
wereld ongevraagd bij je binnen, zonder aan te bellen,
maar de leunstoel bleef leeg…steeds als het keek.

Wimperling

Ze lijkt in de verte ergens op de fomfaai

het knikkebolkusje van de wimperling

ze is het vlinderzusje van een zindering

familie der smetterling en die botervlaai

schicht door huidtuinen als stille huivering

dwars door een zijdebedonsde duinenkust

die aan de hemelzee van ruimte rust

huidige tastzin smelt, als van een zuigeling

Parabel van de Taart

Stel: je bent een taart…een heel bijzondere taart.
Je bent alleen kenbaar in een directe zintuiglijke ervaring.
In het proeven ligt het onmiddellijke kennen besloten.
Je zult dus gegeten moeten worden om tot kennen te komen.
De taart zal dan noodzakelijkerwijs opgaan in kennendheid.
Kennelijk is er weerstand, tegen de beproeving want steeds begin je weer over het recept.
Dat het zo’n goed recept is, met zulke unieke ingrediënten.
De geheime samenstelling is eeuwenoud, van generatie op
generatie doorgegeven. Je weet precies de bereidingswijze,
de baktijd in de oven. Je kunt er uren over praten….om het
proeven van de taart uit te stellen. De taart is net gebakken
en altijd vers…maar moet eerst nog even besterven, vertel je.
Liefst blijf je vertellen over dat legendarische recept om… om?

Uitgelezen?

Wat is levende literatuur?
Hoe beschrijf je vuur het meest natuurgetrouw?
Door dit virtuele papier in de brand te steken? Wie verlangt er naar een mooie beschrijving van een bloem als je de echte bloem zelf direct kunt ruiken? Waarom lezen over liefde als je zelf kunt liefhebben? Lezen over poëzie als je poëzie kunt beleven? Lezen over geluk als je het kunt zijn?
Lezen over muziek? Waarom lezen over lekker eten?…over avonturen? …over wat dan ook?
Als je het zelf direct kunt ervaren?

Waarom literatuur als je jezelf kunt lezen? Hoe prachtig de zintuigen zijn ervaar je pas als er een zintuig uitvalt of verdwijnt. Wanneer alle zintuigen wegvallen realiseer je je dat ook de afwezigheid van welke zintuiglijke indruk dan ook wordt waargenomen.
Je bent altijd de ruimte tussen de regels geweest.

Coccinellida

Also…sprach Wildesheim:

Naakte feiten…
hebben geen kapper nodig

God is dood,
je weet wel die ene
met die te lange baard.

Nietszche is dood,
je weet wel die ene
met die te zware snor.

Atheïsme is dood,
je weet wel dat zielloze,
met haar op de tanden.

Internet is dood,
je weet wel… daar
waar het virtuele komt
groeit geen gras meer.

Maar niet te vroeg getreurd
of een te laat gejuich…want:

Het Liefbeheersbeestje leeft!
In haar larfstadium lijkt ze op
een krokodil die 400 tot 600
bladluizen eet voor ze zich
ontpopt tot Lieveheersbeestje,
de tuingod van iedere tuinder.