Proef

 

leegte wordt niet

voor vol aangezien

 

als een ruime mondholte

sabbelt ze vredig

op de tienduizend dingen

 

als een onzichtbare tong

aan zoete zuurtjes

 

stil kosmisch gesnoep

niets smaakt zo

als dit

voorproefje

 

 

Osho Ozamaki uit: ‘Verse Manke Verzen’, Futonpress 2017

Eerlijk gezegd

Vaal Veulen was met overduidelijke weerzin het tuinpad aan het vegen.
Zijn gezicht sprak boekdelen vol ergernis en verveling.

‘Zeg eens Veulen, kun je niet wat vrolijker vegen, het klinkt zo zwaarmoedig, zulk gezwoeg op deze prachtige ochtend’ , vroeg Tandeloos vriendelijk.

‘Ik heb eerlijk gezegd helemaal geen zin om te bezemen’ , bekende Vaal Veulen.

‘Waarom doe je het dan, ….. eerlijk gezegd?’ , vroeg Tandeloos gespeeld bezorgd.

‘Ik wil niet dat u over het vuil valt meester Tandeloos….en als ik het niet doe dan doet niemand het!’

‘Haha, Vale dan laat je het ‘niemand’ toch doen!….niemand doet het vast heel graag, dat weet ik heel zeker’, verklaarde Tandeloos opgewekt, ‘vraag het maar eens aan niemand!’

‘Niemand?’ ,herhaalde Veulen verbaasd, ‘wat bedoelt u daar nou weer mee?’

‘Luister goed Vale,….eerlijk gezegd…heeft er nog nooit iemand gefietst, want alleen een fiets kan fietsen!’ Tandeloos wees verwonderd naar de wolken die doelloos voortdreven.
‘Niemand bakte ooit een brood, want alleen brood kan bakken. Niemand zaagt, alleen een zaag zaagt’.

‘Dus alleen bezems kunnen vegen?’ , probeerde Vaal Veulen.

‘Juist, je hoeft ze alleen wat leven in te blazen en ze vegen zo alles aan de kant!’

Vaal Veulen keek bedenkelijk. ‘Maar mijn handen moeten toch het werk doen?’

‘Precies, maar zie je niet dat je handen handelen, zie je niet dat  handen al dat werk doen?’
‘Schrijf maar eens op wat we net hebben besproken dan zul je zien dat alleen de pen kan schrijven…er is geen schrijver!’

Vaal Veulen ging aan tafel zitten en zag de pen in zijn hand schrijven wat er allemaal gezegd was.
Moeiteloos ontstonden er woorden op het papier, zonder schrijver.

‘Lees het maar voor als je wilt’ , vroeg Tandeloos benieuwd.

Na het voorlezen vroeg de Oude: ‘En Veulen, ging dit niet vanzelf, was er niet alleen lezen? Of zag jij ergens een lezer?’

Vaal Veulen wist niet wat hij nog wilde zeggen.

‘Zie je Veulen, laat je leven door het bestaan en alles zal vanzelf gaan….vele
mensen klagen dat het leven ze ontglipt, dat het als los zand door de handen loopt,
maar dat is juist de bedoeling, zonder doel zijn’ ,legde Tandeloos uit.

Vaal Veulen begreep er niets van, maar na deze dag verwonderde hij zich erover dat het pad geveegd werd, dat het brood gebakken werd, dat de soep kookte.
Het leven bleek nog steeds wonderlijker te zijn dan Veulen zich kon voorstellen.

Verhaalvisser

Falko Seelmond de verhalenvisser ging elke ochtend naar het taalstrand met zijn sleepnet vol met gaten. Daar viste hij aangespoelde verhaalfragmenten op uit de ondiepe branding. Hij luisterde aandachtig naar de verhaalflarden als de natte tekst op het droge naar lucht lag te happen :

“Ober, er zit eelt op mijn biefstuk…hij is zo taai als een natuurrubberen badeend!”
……
Met afgrijzen gooide Seelmond het onsmakelijke fragment meteen terug in zee.
Een ander begon met:

“…een invasie van fluitende badeenden verstoorde het stiltegebied, er werd besloten deze winter maar niet bij te voederen…”
……..
“Mijn strijd tegen de slappe lach begon pas echt fanatiek vorm aan te nemen toen ik ‘den School met den Bijbel’ met frisse tegenzin betrad, als een volgelopen badeend maakte ik tenslotte geen enkel geluid meer.”
……..
“V, de zeldzame schoft uit Appelscha was telg uit een vroom Vrijmetselaarsgeslacht, beschaafd tot op het bot, allergisch voor jeuk en huiduitslag, huisdieren verdroeg hij niet behalve zijn tropische badeend.”
…….
“‘Zonder mij vind ik er ook niets aan’, verklaarde Rogier Fagel oprecht tegen zijn voormalige ega Wendelien Peuzelvreugd, en dat nog voor het voorgerecht goed en wel was opgediend, gepocheerde badeend”

Wat Falko Seelmond ook ving, alles was ver onder de maat, tranig, te veel graten en zo flauw…het kwam toch allemaal uit dezelfde zoute zee…!
Er zat weer niets bij voor consumptie, zo ging het al maanden, de verhalenvisser gooide z’n hele vangst terug in de branding.

Het kaalgeborene

scheert Tojo zich zo goed ?
laat hij zijn baard soms niet staan?
of had hij nooit haargroei?

zo kaalgeboren
geen haar op z’n hoofd dacht ooit
aan Bashõ’s kikker

de oude vijver
zit nu vol met donderkopjes
onbehaard geluk

er gloort een toekomst
vol met oeverloos geplons
feest in Bashõ’s geest

Osho Ozamaki uit: ‘Verse Manke Verzen’ , Futonpress 2017