Maand: juli 2018
Vers van het Veld
Vers van het Veld
Udon
een sliertje Udon
oplossend in kosmische soep
zie daar zwemt de mens zich weg
in het onverdwijnbare
Osho Ozamaki uit: ‘Meer Manke Verzen’, Futonpress 2017
(Udon: Japanse noedels)
Futon
op zoek naar een thuis
is men de weg kwijt
toerisme is de weg
van de vele omwegen
steeds verder van huis
het heet vakantie
een gids bereist het gindse
zittend op zijn futon
Osho Ozamaki uit:’Meer Manke Verzen ‘, Futonpress 2017
Bosrand
aan de rand van het
Aokigahara -bos
vond ik Tokyo Joe
een vuurtje vroeg hij
voor zijn laatste sigaret
ik zei bewaar hem
je hebt een heel leven
voor je die laatste rook blaast
jij bent een vulkaanman
Tojo lachte zich tranen
om deze oude papierprikker
hoe of ik heette?
Ozamaki Osho
maar prik mij niet er op vast
ik luister naar elke naam
hoe heette de roker?
die naam vergeet ik liever
waar ga je naartoe?
wie de weg kwijt is
die kan hier gids worden
Fuji wachtte lang op jou
zo kwam Tojo thuis
de vulkaan vond zijn rustplaats
zijn allereerste
Osho Ozamaki uit: ‘Nieuwe Manke Verzen’, Futonpress 2017
(Aokigahara: berucht zelfmoordbos bij Mount Fuji)
Baba Yaga
‘Moetje voorstel boerman: jij stap als eerlijke volgzaam staatsboerger jou haus aut en die hele weg ies weg, gewoon weg gestolen!’
‘Wat zegt u buurman?’
‘Ach, jij moet gewoon niet aan denken…die weg gestolen…ies te veel idioot!’, jammert mijn buurman Oleg Kopolev, de verbannen Rus.
De diefstal had s’nachts plaatsgevonden. Kopolev had in de vage verte wel enig gedreun en gedruis gehoord, maar had zich de avond ervoor een doelmatige verdoving toegediend met illegaal gestookte Wodka.
‘Zonder Vodka zal geen één staatsboerger meer roestig slapen, lauster Viektor… als men zou weet van die ongelooflijke absoerd gevaar die de Staatsbewind weet te organiseer…elk dag… jou zenoew zou doorbrand, jij moet verdoven, ja? anders jij hoor teveel, zie te veel .’, stamelt Oleg gelaten terwijl zijn hand zichzelf nog wat bijschenkt, water… want hij drinkt nooit meer, zegt hij te vaak.
Kopolev is nog dagelijks verbijsterd over Nederland…dat alles er de volgende ochtend nog gewoon is en dat er kennelijk dus nooit iets geboert.
‘Saai ies die hoogste haalbaar geloek’, grijnst de voormalige Rus grimmig…’alleen jij gaat langezaam dood van die verveling…in Roesland jij verveelt jou nooit…doodsangst verveelt nooit!’, Oleg laat een akelig lachje horen.
‘Vertel verder Oleg, waar was de weg gebleven?’, vraag ik hem…naar de bekende weg.
‘Daar was boem opeens… één vlakte paun, alles weg met boelldozer, de wegen waren weg…al die bomen, lantaarnpalen geplet, aan de kant geschoof …onze haus stond aan rand van een paunvlakte… Ik metéén aangifte gaan doen bij die oud partijboero van staat, maar ook die gebouw weggeveegd’,
‘… die boeldozermannetje sprak vreemd Siberisch dialect en doet alles gewoon in opdracht van ‘Ministerie van Hygiëne’….ze lieten mij een vaag stencilformulier zien als bewijs…er moest een vaulnisstortplaats gebouwd word om al die nooit verwerkt afval kwijt te raak, staatsafval..’
‘Gewoon kwestie van raumtelijk ordning’, zij hebben mij gezegd!’
‘En toen Oleg?’
‘Wij gevloecht… viel niet mee, we krijg geen uitreisvisoem. Toen Staat wist dat wij de Staat wilden verlaten zijn wij oud vaul behandeld en sabotage’
‘Hoe zijn jullie dan ontsnapt Oleg?’
‘Te voet…in de nacht de grens overgekropen, bewaker omgekocht!’, Kopolev neemt nog een slok uit zijn spaflesje.
‘Ongelaublich!…’, verzucht ik na Oleg’s relaas, ‘
het is toch niet echt waar’
‘Welnee, jij moet gewoon niet aan denken, nooit, zeg mijn Kaukasisch moedertje altijd, zij hield nog altijd van Stalin…van angst!’….
‘Ach, Viektor, ies gewoon één oeroud Roessies volkssprookje van Baba Yaga, die gekke heks in haar hoet met die vogelpoten, het kan echt niet waar zijn, zo bizar!’
Oleg tuurt over het groene Hollandse weiland en mompelt:
‘Had ik maar die hoet gehad van Baba Yaga…’
Steeds als ik Oleg tegenkom zie ik een hoed met vogelpoten, natuurlijk bedoelde hij gewoon hut, heel gewoon. En Baba Yaga, wie kent die niet?
Doorschijnend
salamandertje
zo jong al op de lelie
fragiel doorschijnend
heb je wel alles
binnen dit ene huidje
weten te stoppen
maagje, hersentjes
botjes, één ruggengraatje,
één kloppend hartje
ach, bijna was je
die kleine ziel vergeten
opgelucht zucht het
Osho Ozamaki uit: ‘Meer Manke Verzen’ ,FutonPress 2017
Jeugdzonden
als achtjarige begon hij
het Bonsai-bevrijdingsfront
’s nachts ging hij op pad
uit doodse tuinen
werden boompjes ontvreemd
van dwangbuis ontdaan
herplant in het bos
vierden bevrijde wortels feest
juichende takken alom
‘de bonsaibende’
opereerde ondergronds
werd nooit opgepakt
nu komt dit aan het licht
de goede werken zijn verjaard
bomen groeiden groots
bejaard achtjarig
helpt hij bonsai-mensen uit
die veel te nauwe pot
het bodemloze
verschaft verse bestaansgrond
lukraak is hun bloeiwijze
zeer vreemde vruchten
bevolken het mensenbos
het weet niet wat zich proeft
Osho Ozamaki uit: ‘Meer Manke Verzen’, Futonpress 2017
elk hondje
sinds Tojo’s hondje
op Fuji’s huid loopt
prik ik meer keutels dan vuil
ik moet bekennen
haar keutels zijn zo wit niet
als de sushi die
zij het liefste eet
Tojo bewaart graag
zijn favoriete sushi voor haar
uit zijn mond gespaard
overtuigd als hij is
dat zij de Kami’s bewaakt
ik geloof dat niet zo
ik weet wel beter
in elk hondje woont
dezelfde Kami
van mij krijgt ze
zalm-sashimi
heilige kak
Osho Ozamaki uit:’Meer Manke Verzen’, Futonpress 2017


