Haar verf

Mijn moeder leek op de kopzijde van de oude guldenmunt; Koningin Juliana. Als twee druppels water leek de koningin op mijn moeder. Kennelijk was de oude vorstin een rolmodel voor vele naoorlogse vrouwen.
Hetzelfde permanentje en vlinderbrilmontuur. Wekelijks zaten alle ‘moeders des vaderlands’ volgeprikt met krulspelden onder de haardroogkappen die ik als ruimtevaarthelm gebruikte.
Het speelde in de dagen rond de eerste maanlanding. Mijn ouders zag ik graag als buitenaardsen, als infiltranten die mijn planeet dreigden over te nemen.
Toen mijn moeders haar begon te grijzen kon ze haar haar terugverven in haar natuurlijke haarkleur, aldus beloofde de enthousiaste verpakking. Dat ging meestal goed, al viel de kleur altijd anders uit.
Op een keer probeerde ze een nieuw merk met een ander en veel beter chemisch bestanddeel.
Uit school trof ik moeder aan met een vuurrood gezicht boven het granito aanrecht van Bruynzeel. De bovenkant van haar hoofd was bizar opgezwollen en deed zeer. Ze had het al drie keer met ijskoud bluswater uitgespoeld maar het nieuwe merk bleef doorbranden. Onze huisdokter kon niets doen.
‘Het zal wel zakken’…had hij gezegd…en dat deed het.
Als een zwemband van vocht zakte de zwelling tergend traag. Moeder zag er die avond uit als een Neanderthaler. De volgende dag leek haar hoofd op een peer, daarna kreeg ze een hals als een hamster die net had gehamsterd. Je zag het dagelijks zakken. Een Michelinmannetje met één band. Als laatste beproeving werden haar voeten zo dik dat ze geen schoenen meer aan kon.
De arme ziel kon zich een week niet op straat vertonen.
Mooi worden bleek een pijnlijke en gevaarlijke zaak.
De schrik zat er goed in. De giftige verf bleef evenwel goed zitten.
Na deze vergiftiging ging ze voorzichtig terug naar haar oude haarverfmerk. Zo voorzichtig dat ze een te kleine dosering nam en het resultaat bleekjes afstak bij het effectieve gifmerk.
Onderwijl bereisde ik onder mijn haardroogruimtehelm sterrenstelsels. Ik wist wel betere planeten te fantaseren dan deze.
Planeten met creaturen zonder hoofd, zonder haar erop dat grijs kon worden, gewoon gifgroen, kaal van top tot teen, ideaal.
Murmelend in de stofzuigerslang die tevens dient deed als laserkanon gaf ik mijn ouders boodschappen;
‘Hallo..hier..Aarde!…hebben..wij..contact?’

Slurfkunst

‘Ik rotzooi maar wat aan’, zei Karel Appel ooit.
Appel liep zelf ooit als een losgeslagen olifantsstier door de porseleinkast van de beeldige kunst.
Zoiets zul je een slurfkunstenaar nooit horen zeggen over zijn eigen werk.
Slurfkunst behoeft geen ondertiteling.
Mensen projecteren hun eigen ambities graag op hun kinderen, dat is bekend in het ‘oerwoud der beschaving’ (F.Wildesheim)
En vaak projecteren ze die ook op andere onschuldige dieren. Zoals in dit geval; de Thaise olifant die kennelijk kunstenaar moet worden in de ogen van de trotse ‘ouders’…. Pappa en Mamma Mens.
Gelukkig heeft het slachtoffer een dikke huid en speelt het spel ruimhartig mee in ruil voor een trosje bananen.
De flamboyante kunstolifant kwast behendig het canvas vol met slurfachtige curven.
Zijn partner doet op de achtergrond alsof ze bevallig poseert. Het wordt uiteraard een naaktportret.
De olifant is zelf al een kunstige speling van moeder natuur, waarom zou die zich moeten bewijzen als kunstenaar?
Wat een fantasie is er nodig om zoiets wonderlijks als een olifant te ontwerpen, olifantasie?
De slurfkunstenaar schijnt trouwens ook heel verdienstelijk trompet te spelen, vooral als hij op ramkoers ligt met zijn omgeving.
Een dubbeltalent dus.

Tweegeenheid

Het is moeilijk te bevatten, dat de spiegel leeg blijft ook al lijken er twee boeddha’s
te zien, te zijn.
Een plus een is geen.
De spiegel geeft een projectie weer van dat wat kijkt.
In het menselijk oog vindt dezelfde projectie plaats van een wereld die ons aankijkt.
Hoe je dit ook bekijkt, je ontkomt niet aan het inzicht dat er zonder bewust zijn er niets te zien valt. Noch de projectie in de spiegel, noch de projectie in het oog.
Een plus een is geen, nul, benulzijn.
Dit fenomeen doet zich voor bij elk zintuig.
Zonder zintuigen geen waarneembare wereld.
Een wereld van wederzijdse projecties.
Wat heeft hier benul van?
Het onbevattelijke…
een mooi woord voor: ik weet het niet.