Bruine envelop


Het was twee dagen voor mijn geboorte dat ik een brief kreeg. In een bruine envelop, van mijn biologische vader. Het voorgeboortelijke leven beviel mij uitstekend.
Dat herinner ik mij nog goed, al is het nu dertig jaar later. Zachtjes ronddobberend ondersteboven in de veilige haven. Wist ik veel dat die Oceanische wereld daarbuiten op z’n kop zou liggen, als een omgekeerde wereld waar een onbekende godheid, zwaartekracht genaamd, permanent aan je benen zou trekken, zo de aarde in. Aanzuigende werking zou ik het noemen.
Maar goed, allemaal details, enorme details. Nu de kleine grootheden die een leven lang aan je kunnen zuigen, hoe je je er ook tegen verzet. Die brief lag dus mijn hele leven op mij te wachten tot ik hem open zou maken.
Hoe ik weet dat hij van mijn biologische vader is? Met potlood staat het erop geschreven:
Voor William als hij volwassen is. ( biologische vader )
Tussen de haakjes stond het herkenbare handschrift van mijn moeder, in blokletters…
Deze bruine brief opende ik dus niet toen ik hem in handen kreeg. Tien jaar wist ik het te vermijden. Eerst maakte ik mijzelf wijs dat het mij niets kon schelen wie mijn vader was.
Ik had hem nooit gekend. En hoe haalde iemand het in z’n hoofd om een nog ongeboren vrucht een brief te schrijven?
Het bruine ding slingerde door het huis. Ik vergat zijn bestaan, alsof hij nooit geschreven was. En dan opeens lag hij weer voor mijn neus. Moeder begon er ook voorzichtig naar te informeren. Haar nieuwsgierigheid smeulde al dertig jaar.
Waarom verbrandde ik hem niet gewoon ongelezen? Wat maakte dat ik hem tot op de dag van vandaag niet wilde openen? Ook vandaag nadat ik een ferm besluit meen te hebben genomen maak ik hem niet open. Ik ben er kennelijk niet aan toe mijn vader te baren.

Stories

this story, that story

your story, my story

his story, her story

mystery reveals

histories

all agree

to disagree

all maps solve

in territory

this one

is

also

gone

in

none

what?

So?

Ever?

William Search, from ‘Tasting Fruit’ 2014 copyright London Press

Watermerk


Het ligt als vingerafdruk in de klei,
een stilaan verdroogde krater.

Als ik later zoiets moois kon nalaten
dan zou ik het niet nalaten na te laten.

Nalatig zijn is immers ook een daad,
zij het een spontaan onbedoelde

Het water dacht echt niet:
‘Ach, laat die klei maar barsten!’

Nalaten is verreweg het moeilijkste,
het is werkelijk niet te doen.

Materwerk


Materieschilderkunst is uit de mode.
De materie zelf schildert rustig roestend voort aan haar oeuvre.
Zonder paletmes, zonder kwast, zonder doek, verfloos.
De afbeelding is passé, de uitbeelding is uit.
Materie toont zichzelf als de heilige huid van onze moeder,
noem haar natuur of aarde.
Waar je ook kijkt daar zie je haar huid.
Een huid die de geest niet verhult maar openbaart.
Roest is het blosje op haar wangen.

Kunde

Er is een ding dat hinkt en linkt en lonkt en pinkt.
Kunde gij hinken en linken en lonken en pinken
zoals dat ding dat hinkt en linkt en lonkt en pinkt?

Mamagurka copyright 2017 (correspondent Vlaanderen)

Van de kaart

Over feiten en meningen gesproken: Zou je kunnen stellen dat feiten zich louter voordoen in het gebied en dat meningen altijd deel uitmaken van de kaart? En wat zou deze zin dan zijn, een feit of een mening?
Taal is sowieso van de kaart. Taal verwijst in het beste geval direct naar het gebied en verliest meteen haar doel, zoals de ladder van Wittgenstein weg kan zodra je boven bent.
In de vele gevallen verwijst taal naar zichzelf. De hele literatuur is een enorme lading cartografie. Door de wandelkaart zie je het bos niet meer.
Zou je kunnen stellen dat het gebied het domein van het zijn is en dat de kaart in het domein van het hebben valt. Feiten zijn en meningen heb je.

De kaart in je hoofd kun je niet uitgummen, maar je kunt wel het onderscheidingsvermogen beoefenen om het zijn van het denkbeeldige te scheiden. Het denkbeeldige kan niet vernietigd worden omdat het niet bestaat.
Het wonderlijke is dat het denkbeeld wel een directe invloed kan hebben op hoe de wereld wordt beleefd, zodra men erin gelooft gaat het werken. Geloof is de brandstof van de toekomst, nu alleen nog een goed denkbeeld vinden dat als voertuig kan dienen. Een denkbeeld waar iedereen beter van wordt.