Maand: mei 2016
Naakte maanden
Het was in de tijd dat de maanden zich kleedden met de dagen van de week. Oktober kwam zoals gewoonlijk laat thuis. Rillend hing hij zijn grijze maandag aan de kapstok om uit te druipen van slagregens. De dinsdag hing gladgestreken klaar voor de volgende dag, die was tenminste droog, al zat er wel nog een enorme vlek op de rug. Zijn vrouw Juni had het daggerecht in de warme oven laten staan. Dat deed ze altijd als hij late dienst had en zij alvast naar bed ging.
Ze hadden elkaar ooit bij de de verjaardag van Augustus ontmoet, Juni had die avond
een oogverblindende zaterdag aan. Oktober was meteen betoverd geweest door haar verschijning. Hij had zich geschaamd voor de versleten woensdag die hij al dagenlang afdroeg.
In die tijd had hij geen geld om zich een degelijke donderdag te kunnen veroorloven. Hun dochter Juli had vorig jaar een kleinkind Mei gebaard. Vreemd genoeg had Juli niets over haar zwangerschap verteld noch over de toekomstige vader, Maart of was het September? Onverwacht stond Juli op hun stoep met de kleine Mei, om te vertellen dat ze grootouders waren geworden. Ze waren dolblij en wilden meteen weten wie de dader was.
Juli kon het niet over haar lippen krijgen dus loog ze dat het waarschijnlijk Februari of November was geweest, April kon ook nog.
Het interesseerde Juli niets wie de vader was, ze wilde gewoon een kind voor zichzelf.
Ze wilde Mei alleen opvoeden. Op papier had ze een vader gehad maar Oktober was nooit thuis geweest. Hij was een vreemde die ze vagelijk van gezicht kende.
Toen Oktober dat ontkende had ze uit woede haar bord eten tegen zijn jas aangesmeten. “Ja, loop maar weer weg!’ had ze hem aangespoord.
Juni had de dinsdag samen met de vrijdag extra heet gewassen. De vlek op de rug was eruit, maar de vrijdag was gekrompen.
Die dag zat hem niet lekker.
Technotopia
Wie zich niet voortplant is een uitstervende diersoort.
Er worden geen genen doorgegeven, geen talenten, geen ziektes, geen gewoontes, geen trauma’s, geen erfenis. Daar zitten ook voordelen aan. Geboren worden is niet altijd een zegen. Het nirvana van het ongeborene heeft genoeg aan zichzelf.
Een dier zal er geen gedachte aan wijden dat hij de laatste van zijn soort is. Alleen de natuurbeschermer huilt krokodillentranen om het laatste exemplaar.
Hij is in staat om het dier te vangen en het te onderwerpen aan een fokprogramma. Dierentuinen lenen zich daar helaas voor.
In plaats van de leefruimte buiten de hekken te beschermen richten ze zich op het individuele dier. Niet zelden sterft het laatste exemplaar achter de tralies ver van zijn geboortegrond.
Een uitstervend mensdier doet er goed aan uit handen van de mensenredders te blijven. Sterven lijkt bijna het laatste natuurlijke domein te zijn in dit door technologie vergeven
tijdperk. Onze natuurlijke biotoop wordt stormenderwijs een technotoop. Alles wordt overwoekerd door het kunstmatige, het virtuele. Kunstmatige intelligentie is een potentiële dictatuur die ons leven zal dicteren. Exit scharrelmens. Afwijken van de norm zal er worden uitgefokt, ‘The computer says no!’
De uitstervende moet vechten voor het recht om op een natuurlijke wijze te mogen bezwijken.
Plantendans
Een betoverde tuin is onbeweeglijk. Ze ligt als verstard, in de stilste stand. Zodra de wind zucht begint ieder kruidje zich te roeren, elk blaadje, halmpje, takje wiegt zacht, verfijnd. Tot het echte waaien losgaat, de hele tuin danst nu in een grillige cadans. De tuin kleedt zich om tot een groene balzaal bezaaid met in vervoering dansende planten. Betovering is wakker gekust. Een tuin viert voortplantingslust.
Papil
In restaurant ‘Papil’ waart meesterkok Wasabi rond met zijn assistenten.
Als een chirurg in een witte overjas bedient hij elke klant persoonlijk. Het eerste restaurant zonder tafels, louter comfortabele stoelen met hoofdsteun.
De assistent houdt de bezoekende gastronoom een bord voor de mond waarop hij of zij zijn of haar tong kan neerleggen.
‘Probeer de tong te ontspannen en sluit de ogen’ fluistert de assistent bezwerend terwijl maestro Mitsuko zijn steriele injectiespuit krijgt aangereikt. In opperste concentratie geeft hij de inenting in het uiterste puntje van de rustende tong.
De definitieve culinaire ervaring is nu een feit, ver voorbij alle Michelin-sterren.
Het klinkt als pure sciencefiction maar het is dagelijkse praktijk in Reijkjavik.
Eten kauwen en doorslikken is een achterhaald concept, het gaat bij ‘Papil’ alleen nog maar om de smaak. Met zijn rondreizende smaaklaboratorium ontwikkelt Mitsuko Wasabi smaakserums volgens een ingenieus destillatieprocedé. Het revolutionaire is dat letterlijk alles als ingrediënt kan dienen: of het nu een antiek Perzisch tapijt is of een dode vulkaan, een Gazelle damesfiets, een Statenbijbel of een kamelenzwezerik…. alles kan tot een smaakessence worden gedestilleerd.
“Met dit soort wereldessences vertellen we een smakelijk verhaal aan de betreffende tong. Het geheim is dat de tong zelf als het ware inwendig gemarineerd wordt door smaakextract.” legt een assistent ons geduldig uit.
Hoewel een bezoek even duur is als een ziekenhuisopname is het restaurant al jaren tevoren volgeboekt.
“Honger is een ziekte die slechts tijdelijk genezen kan worden’ aldus de meester zelf.
Een injectie werkt gemiddeld drie dagen, de vierde dag snakt men naar een volgende inenting.
Tussen
Men noemt mij ‘Babel’, om diverse redenen. Mijn echte naam doet er niet toe. Ik ben op afroep beschikbaar bij dreigend misverstand. U hoeft niets te begrijpen, maar als tolk heb je een bemiddelende rol, je fungeert als neutraal medium.
Ik moet mij verdiepen in beide partijen om kloven te overbruggen. Hun monologen zijn oeverloos evenals hun eisen die ik omsmeed tot timide verzoekjes.
Dat er valt te manipuleren vanuit deze positie is evident maar gelukkig moeizaam aan te tonen. Manipulatie is een lelijk woord voor diplomatie. Een tolk is van oudsher, een grensganger, balancerend op de grenslijn.
Dankzij het feit dat men elkaar niet verstaat kan de tolk ongezien grenzen overschrijden. Verdenk mij er niet van dat ik neutraal ben, ik heb zo mijn eigen agenda’s.
Inderdaad agenda’s, van elke vertaalklus hou ik twee agenda’s bij met alle intenties en standpunten om de speelruimte tussen de woorden optimaal te kunnen uitbuiten. Ik speel naïevelingen tegen elkaar uit, laat ze tegen elkaar opbieden.
Noodgedwongen levert men zich in vertrouwen over aan mijn luisterend oor, in de hoop dat ik hun belang zal behartigen en verdedigen. Beide partijen betalen mij geheime bedragen en geschenken toe.
Kwade tongen beweren dat ik slecht tolk zodat ze elkaar nooit helemaal gaan begrijpen, dat mijn schoorsteen zo uitbundig rookt dankzij misverstanden. Sommigen zien ons tolken als geheime aanstichters van algehele spraakverwarring.
Wie mij beschuldigt van dergelijke duivelse praktijken daag ik uit om zelf de nodige talen machtig te worden. Ik geef het ze te doen om ieder woordje op een goudschaaltje te wegen, om begrip op te brengen voor het meest kleinzielige.
Feitelijk leef ik in niemandsland als tussenpersoon. Koningen besturen landen. Een tolk bestuurt werelden, werelden van verschil.
Autodidact
Mijn zoon van acht stond op een nacht naast mijn bed, hij pakte m’n hand. Ik wist meteen dat hij het was met zijn beweeglijke onderzoekende handjes.
‘Wat is er, wil je weer wat weten?’ vroeg ik, ‘is er haast bij?’
‘Is god een autodidact?’ vroeg hij klaarwakker.
Ik moest lachen om die heerlijke vraag. Onder het laken probeerde ik mijn grijns te verbergen.
‘Natuurlijk, dat moet wel, god heeft geen enkele opleiding genoten’
‘Het is dus een doe-het-zelver!’
‘Ja zoiets, god heeft zichzelf alles aangeleerd, het is een echte amateur’
‘Wat is dat?’
‘Een amateur is een liefhebber!’
‘Waarom moet ik naar school, als god ook nooit naar school is geweest?’
‘Je hebt gelijk, welterusten’
‘Hoef ik dan niet naar school?’ drong hij aan.
‘Als je zulke vragen stelt kun je advocaat van de duivel worden’
‘Is de duivel dan ook een amateur?’
‘Nee, dat is een professional’
‘Hoe wordt je dat?’
‘Door naar school te gaan’



