Wat je allemaal niet weet is onvergetelijk.
Maand: mei 2015
Mikado-chaos

Het verschil tussen een lukrake ‘mikado chaos’ en harmonische orde is simpelweg het verbinden van de losse eindjes.
Bij mensen ligt het nog wat eenvoudiger, die verbinding is er al, of je het leuk vindt of niet.
(Filosofie van de directe ervaring gaat altijd voorbij aan iets wel of niet leuk vinden.)
Verbinding ligt in het voelen, zodra je geen verbinding voelt zit het hoofd in de weg, denken is een goed voorbehoedmiddel tegen het voelen.
Denkbeelden staan grotendeels ten dienste van het ontkennen
van die onmiskenbare verbinding en hanteert graag het omgekeerde bewijs:
Zie je wel, we zijn niet verbonden dus mijn denkbeelden kloppen.
Voelen staat in een kwaad daglicht, met voelen zou je geen land kunnen besturen. Inderdaad, de wereld zou geen landen meer kennen.
Ode aan de snoei
Snoeien genereert energie, vrijheid,
beperkingen stimuleren scheppingsdrift,
wetten vragen om eerbiedige ontduiking,
regels baren uitzonderingen en het uitzonderlijke,
hekken zijn een uitnodiging voor een hordenloop,
normen zijn grijs behang, achtergrond voor het wonder,
verboden maken slapende honden wakker,
de honden houden ons weer wakker,
kom maar op met dictaten en dictaturen,
we zullen ondergronds gaan bloeien en vrucht dragen,
we beloven plechtig nooit te vragen of iets mag,
we doen het onstuitbaar, desnoods legaal.
Het onverwoestbare is onze muze.
De route van de bromvlieg
Ik las ooit over een bromvlieg die de ruimte in kaart bracht, ergens.
De naam van dichter herinner ik mij niet.
Sommige schrijvers willen niet herinnerd worden,
de maker doet er niet toe, het gaat hen om het werk, de schepping.
Zo wenst god kennelijk ook buiten beeld blijven,
achter de coulissen van het niets.
Ruimte is een land zonder bodem, louter hemel,
een continent dat aan alle mogelijke landen grenst.
In dat land ben ik geboren en getogen, zonder dat ik het wist.
Ik dacht eerst op aarde te zijn geworpen, gevangen in een vel.
Tot ik mij buiten dat vel ontdekte, daar bleek geen einde aan.
De ruimte zelf is helemaal het einde vanuit dit beginpunt hier.
Het vel blijkt een kade om van te vertrekken over de zee van mogelijk heden.
Beste lezer neem gerust de dingen en geef mij de ruimte,
of vertrek zelf vanaf de kade, een bromvlieg wijst de weg.
Ik vergiste mij, het was:
‘Een bromvlieg brengt de stilte in kaart’
Geen man over boord, stilte is het onhoorbare aspect van ruimte.
Zonder vergissingen geen taal, geen verbindingen van losse betekenissen.
Stroomgod
De hoogste hemel heeft geen plafond en tegen dat
plafond zit een goddelijk plafondplaatje.
Het ziet er doodgewoon uit, al is het natuurlijk
van goddelijke plastic.
Onder dat plaatje is God, je weet wel die ene
die alles en iedereen van stroom voorziet.
God voorziet niets maar voorziet louter in stroom.
Stroom is haar/zijn lichaam, zowel plus als min,
zolang het stroomt voelt het stromen dat het goed is.
Het hele heelal is geladen met stroom,
zelf de leegste ruimte bevat subtiele lading.
Het plaatje zit er niet voor niets, kijk je eronder dan
ben je meteen geëlektrocuteerd, je lichaam ontlaadt
zich in één klap tot een lege batterij, doorgebrand.
Gelukkig is er geen energieverlies in dit heelal.
We boffen maar met zo’n energiedistributeur.
Dit plastic godsbeeld in je bovenkamer bestaat echt,
uit niets anders dan een electrische lading
die zich bewust is van het stromen.


