’n bedje
als ’n bootje
om een beetje
weg te wiegen
nacht kabbelt
zacht tegen de
sluimersloep
van slaap
kussen
sloop,
sliep
uit
De eerste keer dat ik onze hond zag gaf ik hem ‘een mooi ding’ , een kort dik stokje.
Hij waggelde als pup nog onbeholpen maar ‘het mooie ding’ nam hij doelgericht aan en begroef het meteen in een zeer ondiep kuiltje achter de heg van de boerderij, waar geen hond het zou kunnen vinden.
Het was duidelijk dat wij voor elkaar bestemd waren, ook ik hou er hartstochtelijk van om schatten in het openbaar te begraven en rondsnuffelend te leven in verheuging van wat er allemaal is.
De natuur is alles de baas, ik luister graag naar de natuur, in dit geval een hond.
‘Het mooie ding’ dat hij begroef was voor later, een bewijs dat honden aan toekomstplanning doen.
Het is mooi om plannen te maken en die vervolgens te vergeten omdat mooiere dingen voorbij komen.
Het fijne van het mooie ding is dat je het kan verzamelen, begraven, opgraven, eraan likken, erop knauwen en doorslikken in niet al te grote brokken.
Onze hond kent het begrip ‘Mooi ding’ door en door.
Vraag ik mijn vrouw; ‘Heb je nog een mooi ding gezien de laatste tijd?’ dan staat de hond meteen rechtovereind, met oren gespitst voor je neus in afwachting van nadere informatie.
Wanneer ik het woord zoeken eraan toevoeg kijkt hij meteen schichtig om zich heen, snuift heftig in de lucht, alsof ik ergens het mooie ding verstopt zou hebben.
Bij de volgende aansporing geeft hij een emotioneel blafje en gaat bezeten op zoek.
De hond heeft alleen oog voor de schoonheid van het driedimensionale, sculptuur.
Voor plattevlakkunst haalt hij zijn neus op, er zit kraak noch smaak aan een schilderij.
Een hond leeft in een openlucht museum van geurkunst waar wij ons geen voorstelling van kunnen maken.
Een permanente tentoonstelling van ongekende geuren die mogelijk onze perceptie van schoonheid waarschijnlijk verre overtreffen qua subtiliteit. Wat is subtieler dan geur?
Wij zijn slechts bazen, de hond heeft ons verbaasd en kan ons blijvend verbazen.
Mensen die geen groene vingers bezitten verzuipen hun planten.
Ze geven teveel liefde uit angst.
Of ze vermoorden de plant passief door hem te vergeten en uit te laten drogen.
Ze geven niets om planten.
Voor deze mensen is er de Roos van Jericho.
Een schijndood bolletje verdroogde takjes en worteltjes.
Zodra er wat vocht in de buurt is zuigt het bolletje zich vol en wordt helder groen binnen een paar uur.
De roos blijft springlevend in coma zonder vocht, dan rolt het in de wind over het aardoppervlak, alsof het op zoek zou zijn naar water.
Het maakt de roos helemaal niets uit, levend in de schijndood, of dood in het schijnleven. Het wordt wel een opstandingsplant genoemd.
Een mooi symbool voor de ziel die eeuwig rondzwerft tussen hemel en aarde, tussen leven en dood.
Deze ziel kan overal aarden en tegelijkertijd nergens blijven.
De dood schijnt droog te zijn, water geeft leven.
De slaap is ook een kleine dood, schijndood.
Uitgedroogd rol je door de nacht niet wetend waar de wind je nu weer zal brengen.
Als er nog een ochtend komt zal je drinken en weer groen worden als een pasgeborene.
De mens als opstandeling.
ik is een zoolman.
me zool is van straat
rauw als zoolmodder
me zool is me ziel.
me ziel is mij zoolmaat
rag me ziel af met die zool,man
ik is een zoolman, voel de groef
fok de rok man, hoe pelop,
stop die hiphoprap rap
die droge zooi heb geen sap, man
ik is een zoolman, voel de groef
heel me zool, hier en nou.
geef me ziel terug man
en geen halve zool
ik is een zoolman, voel de groef
o me zool doet zo pijn
een gat in me ziel,man.
maak me zool heel, kom over hier
me zool is droef, voel de groef
heel me, zoolmaat
we passen zo koel
heel me zoolziel, kom over hier
Hiel me zool, voel de groef
Het is vrij onbekend maar Mondriaan was een fervente kok.
Hoewel hij een matige eter was hield hij zeer van culinaire kunst,
vooral vorm en kleur hadden zijn warme belangstelling, de smaak vond hij bijzaak. ‘Mijn schilderijen smaken ook nergens naar’,
zo verduidelijkte hij zijn onthechte houding ten aanzien van voedsel.
Liefst sneed hij zijn groente in perfecte geometrische figuren, die hij soms marineerde in primaire kleurstoffen, waarvan blauw hem het meeste hoofdbrekens bezorgde.
Dineren bij Mondriaan was een welhaast esotherische ervaring van zuivere schoonheid. Diverse van zijn beroemde gasten kregen vaak geen hap door de keel, eten zou een esthetische wandaad zijn.
De enige keren dat men Mondriaan heeft zien schransen was wanneer hij in New York uit dansen was geweest, hij was dol op de shimmy, de charleston en de cakewalk!
Wanneer hij danste wist hij van geen ophouden, uitgehongerd kwam hij thuis waar hij zich te buiten ging aan donuts en pretzels, alsdus getuigenissen van zijn vele minnaressen die,
eindelijk binnengedrongen in zijn spartaanse appartement, zich verleidelijk op bed neervlijden in afwachting van een amoureuze voortzetting.
Helaas voor de dames was Mondriaan na de schranspartij dusdanig geïnspireerd dat hij
onmiddellijk aan een nieuw kunstwerk begon te werken, dit keer met paralelle gele strepen van 1 centimeter breed, langs een lineaal getrokken.
Bovenstaand kookrek liet hij naar eigen ontwerp fabriceren door G Rietveld. Zelden hebben kookhandschoenen zo vanzelfsprekend deel uitgemaakt van de beeldende kunstwereld, alsof kunst gewoon dagelijkse kost is.
Shakespeare maakte Richard de derde beroemd door hem te vereeuwigen als een icoon van doortrapte slechtheid.
Wie het stuk ziet geniet heimelijk mee van het enorme plezier dat ook Shakespeare moet hebben gehad om zich vrij uit te leven in geniale kwaadaardigheid.
Virtuoze slechtheid werkt op de lachspieren.
Het kwaad genereert een enorm creatief vermogen omdat het geen beperking kent.
Het goede dient zich te houden aan het goede, maar het kwaad bedient zich overal van zelfs van het goede.
Had de Shakespeare de Richard als goedzak afgeschilderd dan was hij nooit een icoon geworden.
Nu het lijk van Richard de derde, of iets wat erop lijkt, is gevonden onder een geasfalteerde parkeerplaats, probeert het Engelse volk eeuwen later zijn slechte naam te zuiveren door te verkondigen dat hij veel goede dingen heeft verricht.
Als bewezen is dat hij goed was kan hij alsnog vergeten worden, net als Richard de tweede en de eerste.
Zou Richard de derde Shakespeare dankbaar zijn voor zijn naamsbekendheid?
De ongemakkelijke ‘realiteit’ is natuurlijk dat de grootste slechterik, onbedoeld een goede uitwerking kan hebben op een volk, al is het maar dat ze elkaar niet afslachten.
Zie Irak met of zonder dictator.
Het omgekeerde kan ook, dat de goedzak met de beste bedoelingen de slechtste uitwerking hebben.
Soms geeft heulen met de vijand de meeste kansen om iets goeds te bewerkstelligen.
Wetenschappelijk honderzoek heeft huitgewezen dat honden vaker de baas de baas zijn dan de baas de hond de baas his.
Dit his heen hopmerkelijke hontdekking haangezien tot voor kort van het homgekeerde werd huitgegaan.
De hond laat dus zijn baasje huit.
Die verse bazen hebben hal met hontzetting gereageerd hop de huitkomst van dit honderzoek. Ze vinden het hongelovelijk dat de rollen zo handersom blijken te liggen. Sommigen zeggen: ‘maar dat his de homgekeerde wereld, habsurd gewoon’
Dit laatste lijkt hinderdaad het geval.
Handeren verwijten de honderzoekers zelf geen hond te bezitten, handers zou de huitslag van het honderzoek wel handers zijn huitgepakt, zo luidt hun hoordeel.
Honderzoekers verdedigen de huitslag door te hopperen dat het honderzoek dubbelblind his gedaan hin het holst van de nacht.