Jaarwisseling

Op gezette tijden is het weer zover.
De huid van tijd wordt afgestroopt, gelooid,
opgevuld met spul en weer dichtgenaaid,
en met de datum van afschot gebrandmerkt op de borst
tentoongesteld in Museum Opgezette Tijden.

Ontzag schuifelt door zalen langs geprepareerde jaren.
Het fluistert gedempt: kijk die horens, en die dikke oren.
zie je daar die gaten waar eens de ogen zaten?
Ach, die afgesleten hoeven die niets meer hoeven…
Het was een mooi beest, het is er voorgoed
geweest en niet geweest.

Is dit de retorische vraag?

Tijdloos nieuws en weerbericht


Informatie als neerslag van betekenis, deze woorden slaan neer.
Op sommige plaatsen bestaat het woord ‘weer’ niet, omdat het klimaat zo constant is, zoals in Indonesië.
Permanente zon en een helder blauwe hemel geven geen neerslag van betekenis.

Zo is er ook iets met het woord nieuws.
Verschil maakt iets tot nieuws.
Voorheen ging de ontwikkeling zo traag en was de wereld nog zo klein, dat er geen verschil werd opgemerkt.
Evolutie gaat nu eenmaal onmerkbaar, traag en gestaag.
Er was weinig nieuws onder de zon: goed nieuws is geen nieuws.
Van lange periodes van vrede en voorspoed is zo goed als niets bekend.
Waarom zou geluk opschrijven dat het gelukkig is?

In geïsoleerde gebieden bestond het begrip tijd niet eens.
Buiten de ‘beschaafde wereld’ droeg men geen horloges, men had immers alle tijd.
Verschil zet kennelijk aan tot taal en begripsvorming.
Hoe extremer de verschillen, hoe duidelijker de begrippen?
Voordat taal ontstond, sloeg betekenis niet neer.
De mens leefde in symbiose met de biologische klok en met de lange seizoenen van moeder natuur.

De ontwikkelingen versnellen zich nog steeds, zodat er geen tijd meer is om al het nieuws nog bij te houden.
De onophoudelijke neerslag lijkt wel een zondvloed van informatie die de betekenis wegspoelt.
Tot reflectie en iets rustig laten bezinken komen we nauwelijks meer toe.
Het weerbericht meldt overstromingen.
Dijken van definities spoelen weg, vervuilde informatie vergiftigt de hele stroom.
Het is tijd voor waterbeheer, het aanleggen van stuwmeren, sluizen, dijken, uiterwaarden.

Moet de informatiestroom worden geordend, gezeefd?
Zijn er zuiveringsinstallaties nodig die een concentraat destilleren van afvalwater?
Zodat één druppel het essence van betekenis bevat?
Wij zijn natuurlijk zelf dergelijke zuiveringsinstallaties.
Reflectie is een natuurlijk gegeven, een stil meer dat weerspiegelt.

Filosofie kan als filter dienstbaar zijn.
Meditatie destilleert één druppel die verdampt.
De hele wereld ruikt ernaar.

Fabel van de luis

Zonder lichaam geen jeuk, zonder jeuk geen leven.
— F. Cawaldo

Fitz Cawaldo Picazon was een rijke luis met een dure pels.
Een pels bij wijze van jas, waar hij als een vorst in woonde met zijn hele familie.
Fitz droeg de pels behalve in de strengste winters ook in de heetste zomers van Mexico.
Zijn rijke luiszoontje Fitzi, erfgenaam van het familiebedrijf Picazon (Jeuk&Zonen) en enig kind, was voorbestemd om het bedrijf over te nemen.

Van oudsher was Picazon het toeleveringsbedrijf van jeuk en aanverwante artikelen zoals uitslag, rode vlekken, schimmels en diverse eczemen.
Het bedrijf had honderden arme luizen als werknemer om de jeuk te distribueren onder het volk.
Ze werden per besmetting betaald, no cure no pay.
De handel liep gesmeerd omdat het zusterbedrijf Pomada de benodigde zalf verstrekte.
Pomada was in handen van Oom Luis, broer van Mama Picazon.

De oude Fitz overleed in zijn pels, hij voelde plots geen jeuk meer…
Toen zoon Fitzi bewindvoerder werd, jeukten diens handen om de zaak eens goed te reorganiseren.
Ieder weldenkend wezen zal zich afvragen: “Wie, in hemelsnaam, bestelt er jeuk, uitslag of schimmels?”
Het antwoord is even simpel als verbijsterend: niemand of derden…
Niemand… duidt op het gratis verstrekken van bovengenoemde ongemakken en de peperdure zalf als remedie.
En derden… op het verspreiden van deze goedaardige aandoeningen, in opdracht van belanghebbenden.
Die belanghebbenden konden particulieren zijn, maar ook de overheid.
Al was het maar om belasting op zalf te kunnen heffen.

Fitzi’s grootste verdienste was wel dat hij, nadat zijn Oom Luis gek was geworden van de jeuk, beide ondernemingen liet fuseren.
Na uitgebreide research wist de jonge Fitzi een zalf te ontwikkelen die zelf de benodigde jeuk veroorzaakte.
Werknemers van Picazon konden worden ontslagen: geen luizebaantjes meer.
Picazon ging op in Pomada, de omzet verdubbelde.
De markt was erin geluisd.

De toekomst scheen onbewolkt, totdat een journalist van la Jornada het sluwe concept aan het licht bracht.
Hij publiceerde het geheime recept voor jeuk alsof het vuile was betrof.
Fitzi werd zwart gemaakt in de pers, de krant sprak schande.
Wat een luizenstreek!

Betere publiciteit had de jonge ondernemer zich niet kunnen wensen.
Fitzi kwam in de cel van waaruit hij zijn bedrijf kon voortzetten, daar het middel inmiddels zo populair was onder de bevolking dat de vraag niet te stelpen was.
Men smeerde de zalf overal op, als het maar jeukte.
Hoe meer jeuk, hoe beter.
Er kwam een volksopstand: de eis was onmiddellijke vrijlating van Fitzi.
Bij zijn vrijlating kreeg Fitzi Cawaldo een hoge Mexicaanse onderscheiding voor zijn bijdrage aan het algemeen welbevinden en de staatskas.
Tijdens die ceremonie droeg hij trots de oude pels van zijn vader.

Helaas kreeg Fitzi geen nazaten en had dus geen opvolger.
Hij stierf als de rijkste luis ooit.
Picazon Pomada werd uiteindelijk door de Mexicaanse staat genationaliseerd.