Verbod en toegang

>> De laatste filosofabels zijn gebaseerd op mijn anagram-project ” VERBODEN TOEGANG ” >>
>>
>>
>>
>>
>> Wij zijn allemaal opgegroeid met dit bordje verboden toegang. >> Ik vond het als kind altijd een nare boodschap.
>> Je werd ergens buitengesloten, je werd tot vreemdeling verklaard. >> Om mijzelf te troosten las ik het bordje als : Verbod en Toegang. >> Het ene sluit het ander niet uit.
>> Daarna klom ik over het hek.
>>
>> Het is wonderlijk dat zo’n bordje met vijftien lettertjes zoveel macht uitoefent.
>> Een lettertje alleen is verlegen en terughoudend maar een groep verleent letters macht. >> Ze staan in het gelid als commando’s en durven opeens alles. >> Ze schreeuwen bevelen, dreigen, intimideren….maar wat schuilt erachter ? >>
>> Ik heb de groep letters losgeknipt en ze steeds anders geformeerd.
>> Dezelfde vijftien lettertjes spreken nu een heel andere taal, soms poëtisch, spiritueel, banaal, >> filosofisch. Soms gaan de anagrammen onderling een dialoog aan. >> (Er zijn er nu circa 120 die ik als prozagedicht wil uitgeven). >>
>> Het zelfde letter-DNA geeft steeds een andere betekenis.
>> Ik neem steeds één anagram als bron voor een filosofabel. >> De lukrake zinnetjes leiden dan wellicht tot een samenhangende tekst. >> Dit onder het motto: Het zinloze is de moeder van alle betekenis. >>
>> Verstuurd vanaf mijn iPad

Avondregengetob

>> Je zat als driejarige achter het betraande raam
>> te kijken naar het getob van natte passanten op straat,
>> waar kwamen ze allemaal vandaan en waarheen gingen ze ?
>> Droog en warm zat je. Als het raam besloeg betekende je
>> de buitenwereld achter het glas met je vingertje.
>> Wat betekende het allemaal ?
>>
>> Onder de vensterbank lag het boek
>> met de blootgetekende vrouw
>> ‘ Moeder, waar kom ik vandaan ? ‘ las ik pas later.
>> Voorlichting kreeg ik nooit, mijn school was schade en schande, >> maar ook daar werd ik niet veel wijzer van.
>>
>> Toen ik erachter kwam, vond ik het maar een slap verhaal. >> Een beetje kinderachtig gedoe van die volwassenen.
>> Waarom zoveel geheimzinnigheid rondom voortplanting?
>> De hele natuur is voortplanten, zelfs geluid…
>> Het voortplanten van geluid werd mijn lust en leven.
>> Vreemde klanken planten en dan rustig afwachten wat voor vruchten dat zou opleveren. >> Er wachtte mij een leven als boer.
>>
>> Wat mij betreft weten we nog steeds niet waar we vandaan komen, >> Het lichaam zie ik slechts als een voertuig.
>> De ‘bestuurder’ van dat voertuig zie ik eveneens als een >> verzameling gereedschap om met de werkelijkheid te werken. >> Datgene dat van het gereedschap gebruik maakt,
>> dat ben je dan, ongrijpbaar voor het dode gereedschap
>> Vraag me niet waar datgene vandaan komt ?
>>
>> Uit Nergenshuizen in Niemandsland, gemeente Ooit en Immer? >> Het leven is een zonderling.
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>>
>> Verstuurd vanaf mijn iPad

Gebod roven agent

>>
>> Als de stroom uitvalt plundert het volk de winkels leeg.
>> Geen licht werkt kennelijk als een gebod, roven!
>> Agenten zien niets, het is donker die dief in de nacht.
>>
>> Als niemand het kan zien mag alles, wetteloosheid reist anoniem.
>> Alleen de fotograaf heeft ogen, ingesteld op het duister van de donkere kamer. >> Hij ziet de contouren opkomen van belastend bewijs op lichtgevoelig papier. >>
>> Negen maanden later komt het levend bewijs tevoorschijn.
>> Geen licht ? Dan maken we licht, de glimlach van een kind. >> A smile is cheaper than electricity and it gives more light. >>
>> Ach, wat er in de nacht allemaal gebeurt in naam van god weet wie.. >> ‘Gij zult niet!’ is de meest effectieve aansporing tot ongewenst gedrag. >> Beter zouden geboden vrijwillig verboden worden? Wat mag hoeft niet. >>
>>

Denkbeeldmuseum

in je bovenkamer
staat een denkbeeld op
een denkbeeldige tafeltje

zonder pootjes om op te staan
je kunt er wel pootjes bij denken
maar dat heeft weinig zin zonder bodem

het denkbeeldje is een vorm van taal
een naam lijkt substantie te verlenen
aan een illusoir plaatje, maar zodra je langer kijkt
wijkt het plots voor en ander beeld dat bestaat
uit hetzelfde virtuele surrogaat

je weet niet wat je ziet en steeds als je beter kijkt
is het plots iets anders, een eindeloze collectie…
ja, de bovenkamer is wel het meest opzienbarende museum

de collectie is zo totaal en compleet dat zelfs vermiste,
vergeten of verdwenen artefacten daar op virtuele sokkels
staan te pronken met hun tegenwoordige afwezigheid

het bovenkamermuseum is vrij toegankelijk,
maar helaas gesloten voor het grote publiek:
museum ‘het Openbaar Geheim’

Scharnier

foto6

een scharnier blijft neutraal
of de deur nu open is of dicht
of het nee is of ja
of het voor is of tegen

een scharnier is integraal
voor ja en voor nee
voor open en voor dicht
voor plus en voor min

een scharnier leeft totaal zonder keuze

de as draait vrij in de lege holte
een deur kan alle standpunten innemen
op een kier gaan staan klepperen,
als open deur poseren of domweg op slot

zo zijn wij scharnier tussen de tegendelen,
uitersten die schijnbaar met elkaar in strijd zijn
als scharnier zijn wij vrij van die schijnbare strijd
door soepeltjes mee te geven met de kuren van de deur

Analogie van een hek


De straat is echt, niet als foto maar als straat van steen.
Werkelijk hard en warm van de zon.

Het schaduwhek is als een gedachte, denkbeeldig.
Haar lichaam, is niets dan meetbare koelte.

Al naar gelang waar de zon staat, en of hij schijnt of niet,
verandert het zelfbeeld van het hek.

Ieder zelfbeeld is een verschijnsel van waan.
Als een maan die schijnt door geleend licht.

Onbuigzaam gietijzer ligt als donker straatbeeld ontastbaar dun te zijn.
Toegangspoort naar het tussenloze zodra het onware als onwaar is herkend.

Het hek sluit het niets buiten, houdt het niets binnen.
Tussenloos zijn.

Fabel van de Wildeman

De wereld is vol gevaren.
Toch zijn er die onschuldig en naïef op blote voeten door de wereld trekken.
Ze staan op hun goed recht om blootsvoets te leven.
Als ze een doorn in hun voet krijgen, klagen ze de overheid aan.
Die moet voor een doornvrije samenleving zorgen zodat de burger veilig over straat kan.

Als een burger zich zo gedraagt, zal zijn omgeving hem erop wijzen simpelweg schoenen te gaan dragen.
Wanneer een politicus zich zo gedraagt en zich beroept op zijn goed recht om ongeschoeid door de rozenstruiken te dansen, heet het vrijheid van meningsuiting.
De politicus eist dat de overheid de hele wereld met leer gaat bekleden.
Niemand kan hem op andere gedachten brengen.
Hij leeft op eenzame hoogte, in splendid isolation.
Volksstammen blootvoetigen volgen de gekwelde leider en eisen hun recht op.
De overheid zal — wegens te kort aan leer — verworden tot een kwekerij van doornloze rozen.

Fabel van de twee wezens

Het bankwezen zat het liefst op zijn geld, samen met het verzekeringswezen.
Ze konden het uitstekend met elkaar vinden en vulden elkaar naadloos aan.
De taken waren helder verdeeld.
De geldbank waarop ze zaten was groot, maar het bankwezen was groter dan het zitgedeelte van de bank.
Als het pluchen zitvlak niet zou groeien, dan…
Gelukkig kon je je daartegen verzekeren.

Zo op het eerste gezicht leken ze nogal wezenloze wezens, maar dat was schijn.
Waren het dan wereldvreemde wezens?
Het koppel was zeer pragmatisch in het hanteren van waangedaanten.
Samen definieerden zij de wereld, niet zo zeer als maakbaar, danwel als… afbetaalbaar.
Hun macht ontleenden zij aan hun aanhangers die alles geloofden wat zij bekokstoofden.
Deze goedgelovige aanhangers hadden uiteraard belang bij hun geloof: hun aandelen zouden blijven stijgen.
Beide wezens waren uiterst actief in het creëren van een goede economische sfeer.

Hun motto: Overvloed is mooi, maar het moet niet worden verspild.
Wij zijn het reservoir voor alles wat overvloeit, zeiden ze vaak.
Iemand moet het toch doen, de geldstroom kanaliseren.

Het verzekeringswezen maakte de bevolking bang voor de onvoorspelbare aspecten van het bestaan.
Deze schilderde hij af als levensbedreigend.
Overal kon het spook van onzekerheid opduiken.
Maar gelukkig konden mensen zich bij het verzekeringswezen tegen elk risico indekken.
Veiligheid was gewoon te koop, als je maar maandelijks de premie betaalde.
Zekerheid, op maat verkrijgbaar per strekkende meter.
Alsof het om hoogpolige vloerbedekking ging die het hele levenspad kon afdekken.

Waar totale dekking onbetaalbaar bleek, schoot het bankwezen onmiddellijk te hulp als dienstbaar bemiddelaar.
Het sloot een passende lening af, op maat van de bank.
Zekerheid op afbetaling.
Overleef nu, betaal later.
Of betaal nu en stel uw onzekerheid even uit.

De wezens leken voor elkaar gemaakt, zo gezellig naast elkaar op de bank.
Hen kon niets meer gebeuren, ze waren totaal ingedekt tegen het leven.
Als huisgenoten hadden ze wat politieke dieren geadopteerd: keurig afgerichte beestjes, zindelijk.
Nooit happen naar de baas.

Het kwam wel eens voor dat klanten klaagden dat ze zoveel premie betaalden terwijl er niets gebeurde.
Dan verklaarden ze eenstemmig dat er een preventieve werking uitgaat van een verzekeringspolis.